Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Besluit op ontheffing kartelverbod Asfalt Centrale Eindhoven

NMa wijst ontheffingsverzoek ACE af, na uittreding van Wegenbouwmaatschappij J. Heijmans uit samenwerkingsovereenkomst, aangezien deze niet langer onder kartelverbod valt.

Op 31 maart 1998 ontving de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) een aanvraag om ontheffing van Asfalt Centrale Eindhoven v.o.f. (hierna: ACE of aanvraagster) met het verzoek een ontheffing te verlenen van het verbod van artikel 6, eerste lid, van de Mededingingswet (hierna: Mw) op grond van artikel 17 Mw.

De NMa heeft op 14 februari 2002 een conceptbesluit inzake de onderhavige ontheffingsaanvraag aan ACE gezonden. Daarin stond dat de NMa voornemens was om de ontheffingsaanvraag af te wijzen. De reden betrof het feit dat de ontheffingsaanvraag met betrekking tot ACE onder de reikwijdte van het kartelverbod viel, zoals vervat in artikel 6, eerste lid, Mw. Daarnaast voldeed de aanvraag niet aan de cumulatieve ontheffingsvoorwaarden van artikel 17 Mw. Bij toezending van het conceptbesluit is ACE de gelegenheid geboden met concrete wijzigingsvoorstellen aan te geven hoe het samenwerkingsverband op een dusdanige manier wordt gewijzigd, dat deze niet langer onder de reikwijdte van het kartelverbod valt.

Het definitieve voorstel houdt in dat Wegenbouwmaatschappij J. Heijmans B.V. uit ACE treedt. In ACE wordt na de aanpassing van de oorspronkelijke samenwerkingsovereenkomst alleen nog geparticipeerd door KWS, een dochteronderneming van KVWS. Aangezien er niet langer sprake is van een samenwerkingsverband, valt ACE niet langer onder de reikwijdte van het kartelverbod zoals vervat in artikel 6, eerste lid, Mw.

Gelet op het bovenstaande wordt de aanvraag van ACE om ontheffing in de zin van artikel 17 Mw voor de aangemelde overeenkomst afgewezen, aangezien deze overeenkomst, met inachtneming van de wijzigingen zoals die door de vennoten in de overeenkomst d.d. 10 januari 2003 zijn vastgelegd, niet in strijd is met het verbod van artikel 6, eerste lid, Mw.

 

Documenten

 

Bijlagen

Meer in deze zaak