Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

NMa bevraagt samenleving over ervaringen met executieveilingen

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) wil haar huidige inzichten in de dagelijkse praktijk van executieveilingen van huizen toetsen. Daarom roept de toezichthouder onder meer banken, notarissen, veilingmeesters, makelaars, onroerendgoedhandelaren en particulieren op te reageren op haar consultatiedocument over de werking van executieveilingen.

'Particulieren en ondernemingen die te maken hebben of hebben gehad met executieveilingen beschikken immers bij uitstek over de informatie en ervaringen die wij graag willen toetsen aan onze huidige bevindingen,' aldus Pieter Kalbfleisch, bestuursvoorzitter van de Raad van Bestuur van de NMa.

De NMa vermoedt dat sommige handelaren in onroerend goed kartelafspraken maken. Hierdoor komt mogelijk een lagere prijs voor de verkoper tot stand voor op de executieveiling aangeboden huizen. Consumenten die hun woning noodgedwongen moeten verkopen, zijn hiervan mogelijk de dupe doordat zij achterblijven met een onnodig hoge restschuld. Daarom is de NMa een mededingingsrechtelijk onderzoek gestart. De reacties op het consultatiedocument worden gebruikt in het lopende mededingingsrechtelijke onderzoek.

De NMa roept banken, notarissen, veilingmeesters, makelaars, onroerendgoedhandelaren, particulieren en anderen die betrokken zijn bij executieveilingen van huizen op om op het consultatiedocument te reageren. Tevens wil de NMa door publicatie van dit consultatiedocument de mogelijkheid om een clementieverzoek in te dienen onder de aandacht brengen. Het consultatiedocument is gepubliceerd op de website van de NMa en is naar een aantal direct belanghebbenden gestuurd. Ook indien een betrokkene slechts een klein aantal vragen kan beantwoorden, stelt de NMa een reactie zeer op prijs.

Reacties kunnen vóór 15 januari 2010 per post gestuurd worden naar:

Nederlandse Mededingingsautoriteit
Cluster Financiële en Zakelijke Dienstverlening
Postbus 16326
2500 BH Den Haag
o.v.v. zaaknummer 6760 Executieveilingen

Clementie

Deelnemers aan een kartel hebben de mogelijkheid om een clementieverzoek in te dienen bij de NMa. Ook een kartelondersteuner of betrokken persoon kan een beroep doen op de clementieregeling. Het indienen van een clementieverzoek kan in het mededingingsrechtelijke onderzoek naar handelaren die via executieveilingen handelen in onroerend goed leiden tot een boeteverlaging. Zie voor meer informatie over het indienen van een clementieverzoek de NMa-website onder 'biecht uw kartel op'. Voor het indienen van een clementieverzoek kan contact worden opgenomen met het Clementiebureau van de NMa, dat te bereiken is op telefoonnummer 070 330 1710.

Tips

Personen of ondernemingen die vermoeden dat er een overtreding van de Mededingingswet plaats vindt of heeft plaats gevonden en hier niet rechtstreeks bij betrokken zijn, kunnen dit melden bij de NMa via het digitale formulier op de NMa-website. Daarnaast kunnen consumenten en ondernemers telefonisch contact opnemen met de informatielijn van de NMa, tel. 0800 - 0231 885. De NMa verzoekt u om uw melding zo goed mogelijk te onderbouwen en zoveel mogelijk te voorzien van feitelijke informatie, concrete voorbeelden en bronvermeldingen.

Procedure mededingingsrechtelijk onderzoek

De procedure van een mededingingsrechtelijk onderzoek ziet er als volgt uit. Als de NMa op basis van het onderzoek tot de conclusie komt dat er daadwerkelijk sprake is van een redelijk vermoeden van een overtreding van de Mededingingswet, dan kan de NMa een rapport opmaken tegen de betrokken ondernemingen en/of personen. Naar aanleiding van dit rapport kan een onderneming of persoon zich zowel schriftelijk als mondeling (tijdens een hoorzitting) verdedigen. Na de betrokken partijen gehoord te hebben, beslist de NMa of de vermoede overtreding kan worden vastgesteld, en zo ja welke sanctie wordt opgelegd aan de betrokken ondernemingen en/of personen. Voor ondernemingen kunnen die sancties oplopen tot maximaal tien procent van de wereldwijde omzet en voor personen geldt een maximum van 450.000 euro.

Zie ook

Meer in deze zaak