Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

NMa zet samen met LHV nieuwe stappen in huisartsenzorg

De Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) en de regionale Kringen van de LHV hebben de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) toegezegd voortaan niet meer namens hun leden te onderhandelen met zorgverzekeraars over onder andere de tarieven voor behandelingen. Ook geven zij geen adviezen meer aan huisartsen over het wel of niet ondertekenen van contracten die zorgverzekeraars aanbieden. Hierdoor kunnen huisartsen en zorgverzekeraars samen beter tegemoet komen aan de individuele behoeften van patiënten, zoals ruimere openingstijden en nieuwe vormen van zorg.

De NMa is positief over de constructieve houding van de LHV. “Dit geeft de NMa vertrouwen dat de LHV en haar regionale Kringen ruimte bieden aan een sector waar nieuwe initiatieven van huisartsen en zorgverzekeraars beter tot stand kunnen komen”, aldus Henk Don, bestuurslid van de NMa. De LHV stelt ook een zogeheten complianceprogramma vast. Hierin staat wat medewerkers moeten doen als zij te maken krijgen met zaken waarvan zij vermoeden dat deze strijdig zijn met de Mededingingswet.

De LHV-toezegging past in de sectorbrede aanpak van de NMa in de huisartsenzorg. De NMa heeft voor verschillende problemen in de sector gezocht naar passende oplossingen. Begin dit jaar legde de NMa een boete op aan de LHV en twee van haar medewerkers vanwege adviezen om de vestigingsvrijheid voor nieuwe huisartsen te beperken. De LHV heeft hiertegen bezwaar aangetekend. Ook heeft de NMa actie ondernomen naar aanleiding van signalen van consumenten dat zij niet of erg moeilijk kunnen overstappen naar een andere huisarts. De NMa heeft de betreffende huisartsen laten weten dat de keuzevrijheid van patiënten voorop moet staan en dat zij die niet mogen beperken door onderlinge afspraken. Deze huisartsen gaven aan deze visie te delen en waar nodig actie te ondernemen.

Het toezeggingbesluit ligt vanaf vandaag ter inzage. Belanghebbenden kunnen tot en met 26 november 2012 een zienswijze kenbaar maken.

Zie ook

Meer in deze zaak