Boete Sparu, Vermeulen en Texaco na klacht Tango over gesloten overeenkomsten

De NMa beboet Texaco en drie Texaco-tankstations voor een gecoördineerde kortingsactie in de regio Nijmegen.

In het besluit worden 4 boetes opgelegd van EUR 25.000 aan Vermeulen Neerboscheweg, EUR 48.500 aan Vermeulen Sint Anna, EUR 46.500 aan Sparu en EUR 1.000.000 aan Texaco wegens het overtreden van artikel 6, eerste lid, Mw.

Gedurende de periode vanaf 15 april 2000 tot 17 juli 2000 hebben Texaco tezamen met haar dochter BEM, Vermeulen Neerboscheweg, Vermeulen Sint Anna en Sparu een overeenkomst gesloten en/of hun gedrag onderling afgestemd met betrekking tot het hanteren van gelijke kortingen op motorbrandstoffen die resulteerden in gelijke prijzen voor de verkoop van motorbrandstoffen aan consumenten.

In een gezamenlijke advertentie in het regionale dagblad 'De Gelderlander' kondigden de betrokken pomphouders aan dat zij in de periode van 15 april 2000 t/m 22 april 2000 korting zouden geven van 30 cent per liter op benzine en diesel en 20 cent op lpg. Ook na de actieweek hebben de betrokken stations dezelfde kortingen verleend, een kleine uitzondering daargelaten.

Vooraf aan de kortingsweek heeft een Texaco-regiomeeting plaatsgevonden waar de betrokken pomphouders aanwezig waren. Op die regiomeeting, althans in de context daarvan, is de vestiging van Tango besproken alsmede eventuele kortingsacties. Texaco heeft het initiatief tot de kortingsactie genomen, deze gecoördineerd, de advertentie betaald en tevens via het margebijdragesysteem de uitvoeringskosten van de kortingsactie in eerste instantie geheel en later gedeeltelijk voor haar rekening genomen.

Overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen met betrekking tot kortingen worden als prijsafspraken aangemerkt. Prijsafspraken leiden tot ernstige beperkingen van de mededinging.

Hoewel horizontale prijsafspraken in de Richtsnoeren Boetetoemeting als voorbeeld van een zeer zware overtreding worden genoemd - ongeacht of deze een verlaging of verhoging van de prijs betreffen - wordt de overtreding in de onderhavige zaak als een zware overtreding gekwalificeerd. Hierbij is in aanmerking genomen dat de inhoud van de betrokken prijsafspraak ( een verlaging en niet een verhoging van de consumentenprijs) die werd gemaakt dor ondernemingen die een exploitatieovereenkomst met eenzelfde leverancier hebben gesloten, geen directe schade voor de consument tot gevolg heeft gehad.

Bij een zware overtreding dient de rekenfactor afhankelijk van de economische context, volgende de Richtsnoeren Boetetoemeting te worden gesteld op een waarde van ten hoogste 2. In het onderhavige geval is gekozen voor een rekenfactor 1 aangezien enerzijds ondanks het feit dat sprake is van een homogeen product nauwelijks op prijs wordt geconcurreerd. Toetreding van nieuwe partijen levert onder dergelijke omstandigheden een belangrijke impuls voor prijsconcurrentie; prijsafspraken zijn - ook als zij een prijsverlaging betreffen - in dat licht bezien schadelijk voor het concurrentieproces. Anderzijds is sprake van een relatief kleine omvang van de relevante geografische markt. De boetes zijn vervolgens bepaald door de betrokken omzet van de verschillende pompstations te vermenigvuldigen met de factor 1.

Texaco is voor de vastgestelde inbreuk door BEM verantwoordelijk omdat BEM een 100% dochteronderneming van Texaco is en hier geen enkele zelfstandige rol heeft vervuld maar slechts de instructies van Texaco heeft gevolgd. Daarom wordt de overtreding van BEM aan Texaco toegerekend.

Het feit dat Texaco de kortingsactie heeft geïnitieerd en gecoördineerd is als een boeteverzwarend element aangemerkt. Ook is toepassing gegeven aan randnummer 23 van de Richtsnoeren Boetetoemeting teneinde van de hoogte van de boete de gewenste preventieve werking te doen laten uitgaan.