Rectificatie naar aanleiding van uitspraak rechtbank 4 mei 2011

Bij besluit van 4 december 2008 heeft de Consumentenautoriteit vastgesteld dat Pretium Telecom B.V. zich niet heeft gehouden aan een aantal wettelijke informatieverplichtingen bij haar telemarketingcampagne om consumenten een vastnetabonnement te verkopen. Ten aanzien van deze overtredingen heeft de Consumentenautoriteit Pretium voor in totaal EUR 87.00 (in bezwaar naar beneden bijgesteld tot EUR 81.600) beboet. Daarnaast zijn drie lasten onder dwangsom opgelegd. De Consumentenautoriteit heeft dit besluit openbaar gemaakt.

Bij uitspraak van 4 mei 2011 (zie onder beroepszaken Pretium Telecom B.V. op deze site) heeft de rechtbank Rotterdam de Consumentenautoriteit in het gelijk gesteld wat betreft de vastgestelde overtredingen. Die bestonden uit:

• het niet duidelijk meedelen van de identiteit en het commercieel oogmerk bij aanvang van het telemarketinggesprek;
• het niet meedelen van de ontbindingsmogelijkheid in het telemarketinggesprek;
• het niet op juiste wijze vermelden van de bedenktijd bij de welkomstbrieven;
• het niet tijdig meedelen van de minimale duur van de overeenkomst in het telemarketinggesprek;
• het niet meedelen van de belangrijkste kenmerken, waaronder begrepen de prijs van de dienst, in het telemarketinggesprek.

De rechter heeft met betrekking tot de opgelegde boetes en lasten onder dwangsom als volgt geoordeeld:

• De boete inzake het vermelden van een onjuiste bedenktermijn in de welkomstbrieven had niet opgelegd mogen worden omdat die overtreding Pretium niet verwijtbaar is.
• Daartoe acht de rechtbank van belang dat de onjuiste bedenktermijn in lijn was met de "CPS gedragsregels" van de OPTA, dat alle marktpartijen ten tijde van die overtreding die bedenktermijn hanteerden en dat de Consumentenautoriteit niet heeft weersproken dat ConsuWijzer in die tijd, onder verwijzing naar de CPS gedragsregels, ook uitging van die onjuiste bedenktermijn.
• De boetes zijn door de rechter verlaagd met 25%. De rechtbank oordeelt dat de mededeling van een medewerker van de Consumentenautoriteit in het televisieprogramma Kassa op 7 april 2007 en het feit dat die mededeling door de civiele rechter onrechtmatig is bevonden omdat op dat moment het onderzoek naar de telemarketingpraktijken van Pretium nog liep, aanleiding had moeten zijn voor de Consumentenautoriteit om te bezien of de boetes op die grond moesten worden verlaagd. De rechter heeft die boeteverlaging alsnog zelf toegepast.
• De last inzake het duidelijk vermelden van identiteit en commercieel oogmerk heeft de rechter gedeeltelijk vernietigd.De in die last opgenomen verplichting voor callcentermedewerkers om eventueel tijdens het telemarketinggesprek ontstane verwarring bij consumenten weg te nemen vond de rechter te ver gaan.
• De last met betrekking tot het meedelen van de meest essentiële gesprekskosten vond de rechter onvoldoende duidelijk en concreet, gelet op de uitleg van de Consumentenautoriteit dat zij met de term gesprekskosten doelde op de gesprekstarieven. Die last is geheel vernietigd.

Met dit nieuwsbericht voldoet de Consumentenautoriteit aan de door de rechtbank opgelegde verplichting tot rectificatie van de openbaarmaking van die punten.

Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.