Geen aanwijzingen voor misbruik machtspositie door TNT
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft geen aanwijzingen dat postbedrijf TNT misbruik maakt van haar dominante positie op de postmarkt via roofprijzen (het aanbieden van poststukken tegen prijzen die beneden de werkelijke kostprijs liggen) om de concurrentie te dwarsbomen. Dit constateert de NMa na een uitgebreid onderzoek naar aanleiding van een klacht.
De klager meent dat TNT- via dochteronderneming Netwerk VSP Geadresseerd B.V., postdiensten tegen roofprijzen aanbiedt doordat Netwerk VSP een deel van haar post bezorgt via het netwerk van TNT. De extra kosten voor deze bezorging zijn dan heel laag, omdat de TNT-postbode toch al zijn ronde loopt en voor extra poststukken niet extra betaald krijgt. Deze (gedeeltelijke) uitbesteding van poststukken door Netwerk VSP aan TNT is op basis van de Mededingingswet alleen verboden indien er sprake is van roofprijzen. Hiervan is niet gebleken. Doordat TNT, in tegenstelling tot andere postbedrijven, de mogelijkheid heeft tegen zeer lage kosten post te verspreiden, kan dit leiden tot een ongelijk speelveld in de postsector. Hierop heeft de NMa gewezen in een brief aan Staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken.
De klacht heeft betrekking op vier mogelijke overtredingen van de Mededingingswet door TNT: roofprijzen, koppelverkoop en bundeling, exclusieve langdurige contracten en prijsdiscriminatie. De NMa heeft de meeste aandacht besteed aan een onderzoek naar roofprijzen. De NMa heeft voor de klacht naar roofprijzen gegevens verzameld over 2007 tot halverwege 2009. Aan de hand van deze gegevens heeft de NMa geen aanwijzingen gevonden voor roofprijzen. De marktontwikkelingen wijzen er volgens de NMa ook niet op dat de concurrenten via roofprijzen van de markt wordt gedrukt waardoor de mededinging op deze onlangs volledig geliberaliseerde markt wordt gefrustreerd. Lage prijzen hoeven niet altijd te wijzen op roofprijzen, maar zijn vaak een uiting van een normaal concurrentieproces, waar de consument van profiteert.
Daarnaast heeft de NMa nauwelijks voorbeelden van koppelverkoop en bundeling aangetroffen. Ook zijn er in de contracten van TNT met haar afnemers geen exclusiviteitbepalingen (voorwaarden in het contract waardoor afnemers geen gebruik kunnen maken van diensten van concurrenten) aangetroffen. Daarnaast acht de NMa de looptijd van de contracten redelijk. Tot slot heeft de NMa niet geconstateerd dat de klanten van de klager op structurele basis door TNT zijn benaderd met prijsaanbiedingen die onder de gemiddelde prijzen lagen.