Besluit op bezwaar klacht VVR tegen KLM en SLM na uitspraak CBb

De NMa verklaart het bezwaar van De Vereniging Van Reizigers (VVR) wederom ongegrond. De VVR klaagde over hoge ticketprijzen naar Paramaribo.

De VVR maakt bezwaar tegen de afwijzing van haar klacht inhoudende dat KLM en SLM door middel van een aantal gedragingen artikel 24 Mw zouden hebben overtreden op de vliegroute Amsterdam-Parimaribo v.v. Verder is de VVR van mening dat de tussen KLM en SLM gesloten samenwerkingsovereenkomst in strijd is met de Mededingingswet. De klacht is in het bestreden besluit op basis van het prioriteitenbeleid afgewezen. Het door VVR ingestelde bezwaar is door de NMa ongegrond verklaard. Het CBB heeft in haar uitspraak van 11 november 2005 de NMa opgedragen opnieuw op het bezwaar van de VVR (Vereniging van Reizigers) te beslissen met inachtneming van de uitspraak (zie ook de voorafgaande uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 13 december 2004). In het besluit op bezwaar van 21 juni 2006 verklaart de NMa het bezwaar van VVR wederom ongegrond.