Uitspraken rechtbank in beroepzaken elektronica-ketens

De Rechtbank in Rotterdam heeft op 25 juli de beroepen van elektronicaketens BCC, De Block, Mikro Electro en Scheer & Foppen tegen de boetes van de toenmalige Consumentenautoriteit (nu ACM) ongegrond verklaard. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de publicatie van de boetebesluiten door ACM rechtmatig was. De boetes, elk van € 90.000, waren in 2011 opgelegd omdat de ondernemingen zich niet hebben gehouden aan de Wet oneerlijke handelspraktijken.

Consumenten hebben een wettelijk recht op kosteloze vervanging of herstel als een product gebrekkig is. De looptijd van dat recht staat los van de termijn van fabrieksgarantie. De ondernemingen hebben echter stelselmatig aan hun klanten gemeld dat zij alleen recht hebben op vergoeding of kosteloos herstel binnen die duur van de fabrieksgarantie.

In ons land geldt het wettelijke recht op kosteloze vervanging of herstel gedurende de termijn waarvan de consument tijdens de aankoop van een product redelijkerwijs mocht verwachten dat het product meegaat. Vooral bij duurzame apparaten kan dat langer zijn dan de duur van de fabrieksgarantie.

Op de achtergrond van de zaken speelde mee, dat de ondernemingen voor de periode ná de fabrieksgarantie zelf aanvullende garantie verkochten.

Onderstaand de links naar de uitspraken. Tegen deze uitspraken is hoger beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

• Uitspraak van het CBb in BCC
• Uitspraak van de rechtbank in de zaak BCC
• Uitspraak van de rechtbank in de zaak Scheer & Foppen
• Uitspraak van de rechtbank in de zaak Mikro Electro
• Uitspraak van de rechtbank in de zaak De Block