Uitspraak rechtbank Rotterdam in zaak WMO thuiszorg Friesland
Op 30 april 2015 heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarbij twee thuiszorginstellingen in 2006 onderling informatie hadden uitgewisseld over hun inschrijf- en prijsbeleid bij een vijftal aanbestedingen van huishoudelijke hulp. De aanbestedingen waren opgezet door gemeenten die door de inwerkingtreding van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning verantwoordelijk werden voor de inkoop van huishoudelijke hulp voor hun inwoners.
De twee thuiszorginstelling waren destijds in gesprek over de oprichting van een gezamenlijke dochteronderneming, maar aangezien er ten tijde van de aanbestedingsrondes hierover nog geen officieel besluit op bestuursniveau was genomen, was er volgens de rechtbank Rotterdam sprake van twee zelfstandige, concurrerende ondernemingen die geen concurrentiegevoelige informatie mochten uitwisselen.
De rechtbank Rotterdam heeft nu geoordeeld dat ACM terecht een overtreding van het kartelverbod heeft vastgesteld en daarvoor een boete heeft opgelegd.
De rechtbank verlaagt de boete wel met EUR 15.000 vanwege de lange duur van de procedure.
Tegen de uitspraak van de rechtbank staat nog hoger beroep open.