Huurbemiddelaars mogen extra diensten alleen als losse keuze aanbieden
Huurbemiddelaars mogen alleen extra diensten aanbieden aan klanten als die diensten echt een keuze zijn en los staan van de huurbemiddeling. Dat staat in een nadere uitleg die de Autoriteit Consument & Markt (ACM) geeft over de regels die huurders beschermen tegen verboden bemiddelingskosten. De ACM ziet dat steeds meer huurbemiddelaars extra diensten aanbieden aan huurders als onderdeel van het bemiddelingsproces. Daarbij lijkt het of de huurder verplicht is deze diensten af te nemen om de woning te kunnen huren, terwijl het gaat om diensten die los staan van de bemiddeling zelf.
De ACM wijst huurbemiddelaars erop dat zij deze diensten niet als verplichte kosten mogen rekenen of zo mogen presenteren. Het gaat om diensten, zoals het regelen van een vergunning of aansluiting voor gas, water en licht. De huurbemiddelaar mag deze aanvullende diensten wel aanbieden. Maar de huurder moet zelf kunnen kiezen of hij deze afneemt, zonder dat dit gevolgen heeft voor het kunnen huren van de woning.
Edwin van Houten, directeur Consumenten van de ACM: “Mensen die op zoek zijn naar een huurwoning zijn in de huidige woningmarkt kwetsbaar. Daarom treden wij op tegen huurbemiddelaars die verboden bemiddelingskosten rekenen, in welke vorm dan ook. Daarover zijn we duidelijk. Het bieden van extra diensten, los van de bemiddeling, is niet verboden. Maar deze moeten wel als keuze worden aangeboden. En ook als zodanig gepresenteerd en gecommuniceerd worden. Anders is dit in strijd met de consumentenregels.”
De ACM heeft de huurbemiddelaars via de brancheorganisaties gewezen op de regels en publiceert deze leidraad nu op haar website. Ook heeft zij individuele huurbemiddelaars hierop aangesproken. De ACM controleert of huurbemiddelaars hun handelspraktijk aanpassen, mede aan de hand van consumentenmeldingen. Huurbemiddelaars die zich niet aan deze regels houden, kunnen boetes verwachten tot 600.000 euro of, als dat meer is, tot 7,5‰, van de totale jaaromzet van de onderneming.
De ACM wijst huurbemiddelaars erop dat zij deze diensten niet als verplichte kosten mogen rekenen of zo mogen presenteren. Het gaat om diensten, zoals het regelen van een vergunning of aansluiting voor gas, water en licht. De huurbemiddelaar mag deze aanvullende diensten wel aanbieden. Maar de huurder moet zelf kunnen kiezen of hij deze afneemt, zonder dat dit gevolgen heeft voor het kunnen huren van de woning.
Edwin van Houten, directeur Consumenten van de ACM: “Mensen die op zoek zijn naar een huurwoning zijn in de huidige woningmarkt kwetsbaar. Daarom treden wij op tegen huurbemiddelaars die verboden bemiddelingskosten rekenen, in welke vorm dan ook. Daarover zijn we duidelijk. Het bieden van extra diensten, los van de bemiddeling, is niet verboden. Maar deze moeten wel als keuze worden aangeboden. En ook als zodanig gepresenteerd en gecommuniceerd worden. Anders is dit in strijd met de consumentenregels.”
Nieuw verdienmodel
In haar onderzoeken naar huurbemiddelaars ziet de ACM dat steeds meer huurbemiddelaars extra diensten aanbieden die los staan van de bemiddeling, maar wel als vast onderdeel bij de totstandkoming van de huurovereenkomst worden gepresenteerd. Het lijkt erop dat huurbemiddelaars hiermee een nieuw verdienmodel hebben ontwikkeld. Daarom wijst de ACM hen op de regels die gelden bij het aanbieden van diensten die los staan van de uitvoering van de bemiddeling:- Deze diensten mogen niet verplicht worden opgelegd, maar alleen als losse keuze worden aangeboden;
- Over de inhoud van de dienst en de kosten moeten huurders vooraf duidelijk geïnformeerd worden;
- De huurder moet er uitdrukkelijk mee instemmen. Er mag dus geen vooraf aangevinkte keuze op het formulier staan.
De ACM heeft de huurbemiddelaars via de brancheorganisaties gewezen op de regels en publiceert deze leidraad nu op haar website. Ook heeft zij individuele huurbemiddelaars hierop aangesproken. De ACM controleert of huurbemiddelaars hun handelspraktijk aanpassen, mede aan de hand van consumentenmeldingen. Huurbemiddelaars die zich niet aan deze regels houden, kunnen boetes verwachten tot 600.000 euro of, als dat meer is, tot 7,5‰, van de totale jaaromzet van de onderneming.