Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Uitspraak CBb in geschil aansluitplicht Friesland Campina - Liander

Op 2 juni 2020 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) uitspraak gedaan in het beroep tegen de geschilprocedure tussen Zuivelcoöperatie Friesland Campina (hierna: ZFC) en Liander.

Het CBb komt tot de conclusie dat de ACM terecht heeft geoordeeld dat Liander de gevraagde aansluiting mocht weigeren en het stelsel van verbindingen van ZFC kwalificeert als net in de zin van de E-wet. Het beroep van ZFC hiertegen is ongegrond verklaard.

Het CBb overweegt dat op het bedrijventerrein van ZFC sprake is van één of meer verbindingen voor het transport van elektriciteit waarop meerdere afnemers – naast ZFC als eigenaar ook FCN – zijn aangesloten. Om die reden kwalificeert het stelsel van verbindingen als net in de zin van artikel 1, aanhef en onder i, van de E-wet.

Het CBb wijst erop dat op grond van de jurisprudentie en wetsgeschiedenis met het begrip “aansluiting” in de E-wet de fysieke verbinding met het netwerk wordt bedoeld. Vast staat dat ZFC al via een AC5-aansluiting met het openbare net van Liander was verbonden. De ACM heeft dan ook terecht geoordeeld dat Liander niet gehouden was om op grond van artikel 23 van de E-wet in een nieuwe (tweede) aansluiting voor ZFC te voorzien. Het beroep is ongegrond.

Omdat het beroep van Liander alleen gericht was tegen de motivering van het besluit en niet tegen de uitkomst, verklaart het CBb het beroep van Liander niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van voldoende procesbelang.

De uitspraak is onherroepelijk.

Lees de uitspraak op rechtspraak.nl

Zie ook