Uitspraak CBb boetes voor slopers vanwege afstemming aanbestedingen
Het College voor Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft
bij twee slopersbedrijven ‘prijslenen’ of ‘cover pricing’ vastgesteld en bepaald dat prijslenen de concurrentie benadeeld. De boetes zijn verlaagd omdat het CBb de overtreding minder ernstig beoordeeld.
Cover pricing
De ACM legde eind 2012 en in 2013 boetes op aan meerdere sloopondernemingen omdat ze het kartelverbod hadden overtreden. De ACM stelde vast dat de sloopondernemingen bij verschillende aanbestedingen aan “cover pricing” (prijslenen) hebben gedaan. Voorafgaand aan de inschrijving op de aanbesteding wisselden de ondernemingen informatie uit over hun voorgenomen inschrijfgedrag, waaronder hun inschrijfprijs. Dit deden zij omdat één van hen de aanbesteding níet wilde winnen, maar wel in ‘beeld’ wilde blijven bij de opdrachtgever voor een volgende opdracht. Door het prijslenen kon deze inschrijver een hoger bod doen, zonder het risico de aanbesteding te winnen.
Uitspraak rechtbank Rotterdam
De rechtbank oordeelde op 26 november 2015 dat de overtredingen bewezen waren. Wel verlaagde de rechtbank de boetes. De sloopbedrijven gingen tegen de uitspraken in hoger beroep.
Uitspraak van het CBb
In beide zaken deelt het CBb het oordeel van de ACM dat de sloopondernemingen aan prijslenen hebben gedaan. Het CBb is met de ACM van oordeel dat prijslenen schadelijk is voor de mededinging en tot prijsopdrijving kan leiden.
Het CBb verlaagt de boetes verder omdat zij van oordeel is dat prijslenen een minder ernstige vorm van “bid rigging” is.
Met de uitspraak van het CBb zijn de besluiten in deze zaken onherroepelijk.