Drinkwaterbedrijven moeten duidelijker aangeven hoe hun tarieven tot stand komen

Drinkwaterbedrijven moeten duidelijker aangeven hoe hun tarieven tot stand komen en de gemaakte kosten beter onderbouwen. Zij moeten bijvoorbeeld aangeven welk deel van de gemaakte kosten toe te rekenen is aan drinkwater en welk deel aan andere activiteiten. Ook moeten zij aantonen dat de kosten die zij maken noodzakelijk zijn. Dat blijkt uit een advies van de Autoriteit Consument & Markt aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Onder meer op basis van het ACM-onderzoek heeft de ILT bepaald dat drinkwaterbedrijven een aanwijzing riskeren als zij de tekortkomingen niet hebben opgelost bij het bepalen van de tarieven voor 2018. Het onderzoek van de ACM strekte zich uit tot de tien drinkwaterbedrijven in Nederland: Brabant Water, Dunea, Evides, Waterbedrijf Groningen, Oasen, PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, Vitens, Stichting Waternet Amsterdam, Waterleidingmaatschappij Drenthe en Waterleiding Maatschappij Limburg.