Hoger beroep PostGarant B.V.
Uitspraak in hoger beroep in de zaak PostGarant B.V.
De Consumentenautoriteit en PostGarant B.V. hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank.
De Consumentenautoriteit heeft hoger beroep ingesteld omdat zij het niet eens was met de beslissing van de rechtbank de aan PostGarant opgelegde boete te halveren en een hoge proceskostenvergoeding toe te kennen.
Op 4 april 2013 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan.
- Het hoger beroep van PostGarant B.V. is in zijn geheel verworpen.
- Het hoger beroep van de Consumentenautoriteit is gegrond verklaard.
De overtredingen die bij de rechtbank zijn vastgesteld, zijn nu definitief. De boete is door het College van Beroep voor het bedrijfsleven gesteld op EUR 100.000. De proceskostenvergoeding is verminderd.
Het College geeft in de uitspraak onder meer ook aan dat naleving van wettelijke bepalingen de verantwoordelijkheid is van degene voor wiens rekening en risico de economische activiteiten plaatsvinden. Een bedrijf kan die verantwoordelijkheid dus niet neerleggen bij door haar ingeschakelde derden.
Het College acht de naleving van het consumentenrecht van groot belang. Het College stelt dat de bepalingen van de Whc zijn bedoeld om ruimte te scheppen voor nieuwe economische ontwikkelingen, zoals elektronisch handelsverkeer en koop op afstand. De bepalingen dienen om de consument te verzekeren dat hij binnen deze handelskanalen een goede (rechts)positie heeft, vergelijkbaar met wat in het reguliere handelsverkeer gangbaar is. De handelwijze van PostGarant heeft een negatieve invloed op het consumentenvertrouwen, dat zich uitstrekt tot elektronische dienstverlening en koop op afstand in het algemeen.
Uitspraak op rechtspraak.nl (LJN: BZ7807)