Uitspraak CBb in hoger beroepszaak over spamboete voor ID2001

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 7 december 2011 in hoger beroep uitspraak gedaan in de juridische procedure tussen OPTA en ID2001. OPTA heeft eenmanszaak ID2001 in 2007 een boete opgelegd voor het overtreden van het spamverbod. In dit hoger beroep bevestigt de hoogste rechter de spamboete van OPTA aan ID2001. Hiermee is de boete van 55.000 euro definitief vast komen te staan. OPTA kan daarom de boete nu innen.

Eerdere uitspraak Rechtbank Rotterdam

Op 4 mei 2007 had OPTA aan de eenmanszaak ID2001 een boete opgelegd van 55.000 euro wegens overtreding van het spamverbod. De e-mailberichten werden verzonden via het zogenaamde ‘wardriving’, waarbij de verzender voor het verzenden gebruik maakte van de (onbeveiligde) draadloze netwerken van nietsvermoedende derden. Tegen deze boete had ID2001 bezwaar gemaakt, en nadat OPTA dit bezwaar ongegrond had verklaard, beroep ingesteld bij de Rechtbank Rotterdam. Op 12 januari 2010 heeft de Rechtbank Rotterdam deze boete in stand gelaten. Met deze uitspraak heeft het CBb dit oordeel bevestigd.

Conclusies CBb

In hoger beroep heeft ID2001 onder andere aangevoerd dat OPTA niet bevoegd was om een boete op te leggen, omdat zij de beslistermijn na het opmaken van het rapport had overschreden. Het CBb komt tot de conclusie dat OPTA door de overschrijding van deze termijn niet haar bevoegdheid verliest om voor deze overtreding een boete op te leggen.

Verder heeft het CBb geoordeeld dat OPTA terecht heeft vastgesteld dat het spamverbod is overtreden en heeft hij de procedure die OPTA hanteerde voor het verifiëren van klachten bevestigd.

ID2001 heeft daarnaast betoogd dat OPTA haar ten onrechte niet de cautie had gesteld. Het CBb oordeelde echter dat dit in dit geval ook niet nodig was omdat er tijdens het betreffende gesprek (nog) geen redelijk vermoeden bestond dat ID2001 het spamverbod zou hebben overtreden.

Met betrekking tot de hoogte van de boete ten slotte is het CBb tot de conclusie gekomen, dat de boete, gelet op het grote aantal spamruns en de wijze van verspreiding, niet onevenredig hoog is.Ook niet gegeven het feit dat deze boete aan een natuurlijk persoon is opgelegd.

Tegen deze uitspraak van het CBb kan geen beroep meer worden aangetekend.