Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Een billijk aandeel voor consumenten in artikel 101(3) VWEU

Wat betekent een billijk aandeel voor consumenten in Artikel 101(3) VWEU?

Er vindt momenteel een beleidsdiscussie plaats tussen mededingingsautoriteiten over de reikwijdte van het billijk aandeel-vereiste in Artikel 101(3) VWEU in de context van duurzaamheidsafspraken. Dit is relevant voor de herziening van de richtsnoeren over horizontale overeenkomsten van de Europese Commissie. Hierbij rijzen een drietal belangrijke vragen:

  • Kunnen ook voordelen in andere markten dan die waar schade is geconstateerd in overweging genomen worden?
  • Zo ja, is dat alleen zo als op beide markten in wezen dezelfde consumenten actief zijn?
  • Moeten de consumenten die nadeel ondervinden van een duurzaamheidsafspraak altijd volledig gecompenseerd worden?
In haar memo analyseert de ACM de Mastercard (2014) en GlaxoSmithKline (2009) jurisprudentie. Zij concludeert dat (i) voordelen die zich voordoen buiten de relevante markt kunnen worden meegeteld bij de compensatie van consumenten die nadeel ondervinden, in het bijzonder als het in wezen dezelfde groep betreft, (ii) voordelen waar andere consumenten van genieten ook kunnen meetellen voor het billijk aandeel voor consumenten in het algemeen, en (iii) een volledige vergoeding voor de consumenten die nadeel ondervinden niet verplicht is, maar dat zij slechts merkbare objectieve voordelen dienen te genieten. 

Het Engelstalige memo staat hieronder
 

Documenten

ACM Fair share for consumers in a sustainability context (PDF - 265.16 kB)