Beslissing op het bezwaar tegen kwalificatie Enera als warmteleverancier

De Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) verklaart het bezwaar van Enera Services B.V. (hierna: Enera) tegen haar besluit van 7 februari 2020 ongegrond.

Met haar besluit van 7 februari 2020 heeft de ACM het handhavingsverzoek van de Vereniging van Eigenaren van appartementencomplex “Sportzichtwoningen” in Nieuw Vennep (hierna: de VVE) afgewezen. De ACM heeft in dit besluit wel vastgesteld dat Enera kwalificeert als warmteleverancier in de zin van de Warmtwet.

Enera heeft bezwaar gemaakt tegen deze kwalificatie. Zij voerde onder meer aan dat zij warmte levert aan de VVE en niet aan individuele bewoners van het appartementencomplex, dat zij het warmteleveringssysteem slechts verhuurd aan de VVE en dat de VVE bovendien zelf betaalt voor het energieverbruik van de Warmtepomp.

De ACM verklaart dit bezwaar ongegrond. Enera heeft overeenkomsten met de individuele bewoners van het appartementencomplex die bovendien individueel vastrecht betalen aan Enera. Zoals ook al geoordeeld in het primaire besluit is het niet relevant dat in de overeenkomst met de verbruikers staat opgenomen dat Enera het WKO-systeem verhuurt.

Dit betekent dat Enera zich als warmteleverancier moet houden aan de bepalingen van de Warmtewet. De kosten voor het gas voor de CV-ketel en de benodigde elektriciteit voor de collectieve warmtepomp zijn derhalve onderdeel van het vastgestelde maximumtarief voor levering van warmte. De kosten van de geleverde warmte uit de WKO-bron, de warmtepomp en de CV-ketel mogen samen niet hoger zijn dan dit maximumtarief.