Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Uitspraak CBb uitleg rol WOZ-beschikking bij aansluitplicht

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft in beroep een uitspraak gedaan over de rol van de WOZ-beschikking voor de reikwijdte van de aansluitplicht op grond van de Elektriciteitswet. De aansluitplicht van de netbeheerder houdt in dat hij één aansluiting per onroerende zaak moet realiseren. Hiervoor geldt het criterium uit de Wet waardering onroerende zaken.

Het CBb wijkt in deze uitspraak af van zijn eerdere oordeel als neergelegd in zijn uitspraak van 13 april 2011 ( ECLI:NL:CBB:2011:BQ3485). Hij sluit aan bij aan de advocaat-generaal gevraagde conclusie. Het CBb bepaalt nu dat niet in alle gevallen zonder meer moet worden aangesloten bij de objectafbakening zoals deze blijkt uit een door het college van burgemeester en wethouders afgegeven WOZ-beschikking.

Aan de WOZ-beschikking kan slechts een weerlegbaar rechtsvermoeden worden ontleend voor de aansluitplicht van de netbeheerders. Degene die meent dat de WOZ-beschikking niet moet worden gevolgd omdat die niet strookt met artikel 16 van de Wet WOZ, draagt de bewijslast aannemelijk te maken dat het college van burgemeester en wethouders artikel 16 Wet WOZ verkeerd heeft toegepast door het object verkeerd af te bakenen.

In dat geval, of als er geen WOZ-beschikking is, zal het aan te sluiten object moeten worden afgebakend aan de hand van de criteria van artikel 16 Wet WOZ en aan de hand van de belastingjurisprudentie op dit vlak.

In het geschil tussen Coöperatie Nij Altoenae Energie Neutraal 2020 U.A. en Liander N.V. oordeelt het college zelf aan de hand van artikel 16 Wet WOZ dat er geen sprake was van een afzonderlijk WOZ-object en dat Liander niet verplicht was het gevraagde object aan te sluiten. De uitspraak is onherroepelijk.

In het geschil tussen Klaas Puul B.V. en Liander N.V. draagt het CBb ACM op om binnen acht weken een uitspraak te nemen met inachtneming van zijn uitspraak.

Lees de uitspraken op rechtspraak.nl:

ECLI:NL:CBB:2020:364

ECLI:NL:CBB:2020:382