Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Besluit op bezwaar boete prijsafspraken Boomkwekerijen

Darthuizer Boomkwekerijen B.V. (Darthuizer) en Boomkwekerijen Mart van den Oever & Zonen B.V. (Mart van den Oever) zijn twee van de zeven ondernemingen die een boete opgelegd hebben gekregen in de zaak 5211 Boomkwekerijen. Beide ondernemingen hebben een bezwaar ingediend tegen de aan hen opgelegde boete en hebben onder meer gesteld dat er geen systeem van inbreuken is geweest. Darthuizer stelt daarnaast dat de overtreding niet aan haar is toe te rekenen, dan wel is te verwijten. Mart van den Oever voert in haar bezwaar aan dat er in haar zaak sprake is van verval van de sanctiebevoegdheid.

De BAC is ten aanzien van beide ondernemingen van mening dat er sprake is van een systeem van inbreuken en adviseert daarnaast om in beide besluiten op bezwaar in te gaan op marktafbakening in relatie tot de toepassing van de artikelen 7 en 8 Mw en artikel 81 EG- Verdrag. De BAC heeft in haar advies geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het bezwaar van Darthuizer en gegrondverklaring van het bezwaar van Mart van den Oever.

In beide besluiten op bezwaar gaat de Raad op de toepassing van voornoemde artikelen, waarbij de overtreding van artikel 81 EG-Verdrag is komen te vervallen. Met betrekking tot Darthuizer neemt de Raad het advies van de BAC over. De Raad is met de BAC van mening dat er sprake is van een systeem van inbreuken en dat de overtreding aan Darthuizer is toe te rekenen. Daarbij zijn er geen redenen om de hoogte van de boete te verlagen.

Ten aanzien van het bezwaar van Mart van den Oever is de Raad met de BAC van mening dat er sprake is van een systeem van inbreuken. Voor zover het bezwaar betrekking heeft op het verval van de sanctiebevoegdheid heeft de Raad er voor gekozen om van het advies van de BAC af te wijken. Naar het oordeel van de Raad heeft Mart van den Oever op zowel actieve als op passieve wijze deelgenomen aan de overtreding. Alhoewel Mart van den Oever in de gelegenheid is geweest zich op duidelijke en kordate wijze te distantiƫren, heeft deze onderneming dit nagelaten. Daarnaast wijkt de Raad af van de motivering van het advies van de BAC om aan Mart van den Oever geen kostenvergoeding voor de voorprocedure toe te kennen.

 

Bijlagen

Meer in deze zaak