WACC-besluit Loodswezen 2017 - 2019
Loodswezen mag 6% rekenen als vergoeding voor vermogenskosten
Voor de jaren 2017-2019 mag het Loodswezen 6% van zijn geïnvesteerd vermogen doorbelasten aan zijn klanten als vergoeding voor de vermogenskosten. Met het vaststellen van dit percentage bepaalt ACM het bedrag aan vermogenskosten dat de loodsen in hun tarieven mogen verwerken. Als het Loodswezen bijvoorbeeld investeert in nieuwe schepen, dan mag het Loodswezen over dit geïnvesteerde vermogen een redelijke vergoeding vragen aan zijn klanten, de rederijen.
Een lagere vergoeding door een lagere rentestand
De vergoeding van 6% ligt lager dan de vergoeding voor vermogenskosten die het Loodswezen in de huidige periode mag hanteren. Op dit moment mag het Loodswezen 7,8% rekenen aan zijn klanten. Nu de rente lager is, gaat het tarief voor de vergoeding van de vermogenskosten ook naar beneden.
Voor de nieuwe berekening van de hoogte van de vergoeding voor leningen heeft ACM het zogenaamde ‘trapjesmodel’ gehanteerd. Sinds een gerechtelijke uitspraak voor de energiesector beoordeelt ACM per geval of dit model toegepast moet worden. Het doel van het trapjesmodel is om beter rekening te houden met de lasten van financiering op lange termijn binnen de methode van regulering.
Twee reacties in consultatieronde
ACM heeft eerst een conceptbesluit opgesteld. Het Loodswezen en de gebruikers hebben de gelegenheid gekregen hierop te reageren. ACM heeft tijdens de consultatie twee reacties ontvangen: één van het Loodswezen en één van de gezamenlijke klanten. Op basis van de reacties heeft ACM de gehanteerde peildata aangepast.