Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Uitspraak rechtbank in beroep Brink’s

De rechtbank heeft het beroep van Brink’s tegen het besluit van ACM om de klacht van Brink’s af te wijzen ongegrond verklaard.

Bekijk de volledige uitspraak van het CBb op rechtspraak.nl

ACM heeft op 3 juni 2013 de klacht van Brink’s B.V. (hierna: Brink’s) die was gericht tegen de oprichting van Geldservice Nederland B.V. (hierna: GSN) afgewezen.

GSN is een gezamenlijke onderneming van drie Nederlandse banken (ABN AMRO Bank, ING Bank en Rabobank). Deze drie banken hebben besloten om activiteiten op het gebied van het verwerken van geld (tellen, sorteren en bijschrijven op de rekening) voortaan te laten uitvoeren door GSN. Ook kopen deze drie banken voortaan via GSN het geldtransport dat zij nodig hebben gezamenlijk in. Door deze samenwerking willen de banken besparingen realiseren, zoals minder telcentra en efficiëntere ritten van de geldwagens.

Volgens Brink’s is deze samenwerking in strijd met de Mededingingswet. Het kartelverbod (artikel 6 Mededingingswet) en het verbod op misbruik van machtspositie (artikel 24 Mededingingswet) zouden aan de samenwerking in de weg staan.

ACM is van oordeel dat de samenwerking van de banken tot doel heeft om kostenbesparingen te realiseren en dat de banken mochten beslissen om diensten die zij eerder hadden uitbesteed (geldverwerking) nu zelf te gaan verzorgen.

De samenwerkingsafspraken zien niet op het commerciële beleid van de deelnemende banken, zoals de prijs die de banken aan hun klanten rekenen voor het storten van geld. ACM verwacht daarom geen nadelige effecten van de samenwerking voor de afnemers van geldverwerkingsdiensten.

Ook met de gezamenlijke inkoop van het benodigde geldtransport en het combineren van transportritten kunnen de banken kosten besparen. De gezamenlijke inkoop van transportdiensten heeft volgens ACM geen mededingingsbeperkende effecten. De toegang tot de inkoopmarkt wordt door GSN niet afgeschermd voor andere banken of retailers die transportdiensten nodig hebben. Daarnaast is er geen reden om aan te nemen dat de gezamenlijke inkoop zal leiden tot prijsstijgingen van bancaire producten die de banken aanbieden aan hun klanten.

Uitspraak van de rechtbank

De rechtbank heeft het beroep van Brink’s tegen het besluit van ACM afgewezen.

De rechtbank stelt eerst vast dat de beslissing van de Rabobank om zijn geldverwerking voortaan niet meer uit te besteden aan Brink’s, maar door GSN te laten verzorgen, op zichzelf niet leidt tot een beperking van de mededinging.

Vervolgens stelt de rechtbank dat ACM bij haar beoordeling het juiste toetsingskader heeft gebruikt. De gezamenlijke geldverwerking moet worden gezien als een productieovereenkomst en worden beoordeeld aan de hand van de Richtsnoeren Horizontalen van de Europese Commissie. Met ACM is de rechtbank van mening dat de in de Richtsnoeren Horizontalen genoemde schadehypothesen zich in dit geval niet voordoen en er geen sprake is van een beperking van de mededinging.

De gezamenlijke inkoop van geldtransportdiensten heeft ACM volgens de rechtbank terecht als collectieve inkoopregeling aangemerkt. De beoordeling van deze inkoopregeling aan de hand van de Richtsnoeren Horizontalen wordt door de rechtbank onderschreven: de collectieve inkoopregeling levert volgens de rechtbank geen beperking van de mededinging op.

Tegen deze uitspraak van de rechtbank staat hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven open.

Meer in deze zaak