Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Uitspraak Rechtbank Rotterdam in kartelzaak isolerend dubbelglas: bewijs onvoldoende

Op 21 december 2012 heeft ACM (toen nog NMa) boetes van in totaal ruim EUR 13 miljoen opgelegd aan de vier grootste producenten van isolerend dubbelglas: AGC, Saint-Gobain, Pilkington en Scheuten. ACM had deze ondernemingen verweten dat zij het Nederlandse en Europese kartelverbod hadden overtreden door op 29 september 2004 af te spreken om hun prijzen voor isolerend dubbelglas in het najaar van 2004 en in het voorjaar van 2005 in twee stappen met 10-12% te verhogen. Hiernaast stelde ACM zich op het standpunt dat partijen minimumprijzen waren overeengekomen.

AGC en Saint-Gobain waren clementieverzoekers en zijn niet in beroep gegaan. Pilkington en Scheuten zijn tegen de aan hen opgelegde boetes wel in beroep gegaan. De rechtbank deed op 3 april 2014 uitspraak in het beroep dat Pilkington en Scheuten hadden aangespannen.

De rechtbank vindt dat ACM onvoldoende heeft bewezen dat Pilkington en Scheuten aan de overtreding hebben deelgenomen. Zo plaatst de rechtbank vraagtekens bij de betrouwbaarheid van het bewijsmateriaal in deze zaak, specifiek bij de verklaringen van twee (oud)werknemers van AGC en Saint-Gobain. Ten aanzien van het marktgedrag van partijen oordeelt de rechtbank dat deze geen ondersteunend bewijs vormt als partijen aannemelijk kunnen maken dat hiervoor een alternatieve verklaring bestaat. Pilkington en Scheuten waren hierin naar het oordeel van de rechtbank geslaagd met hun betoog dat een stijging van de kostprijs van isolerend dubbelglas (het zgn. ‘floatglass’) voor partijen destijds aanleiding was om hun prijzen voor isolerend dubbelglas te verhogen.

Het voorgaande resulteert erin dat de rechtbank het bestreden besluit vernietigt.

Meer informatie over de uitspraak