De afgelopen jaren heeft de ACM via het ‘thema Haven’ extra aandacht gegeven aan toezicht op concurrentie in de haven. In 2016 heeft een onderzoek plaatsgevonden om de situatie voorafgaand aan het thema te meten. Het huidige rapport geeft de resultaten weer van een replicatie van het onderzoek in 2016 om zodoende de situatie in 2019 in kaart te brengen.
De resultaten van dit rapport geven inzicht in:
- veranderingen in de neiging tot concurrentievervalsing ten opzichte van 2016,
- de invloed van het door ACM uitgevoerde ‘thema Haven’, en
- factoren die bijdragen aan het verklaren van de neiging tot concurrentievervalsing in 2019.
De resultaten van het onderzoek duiden op weinig verandering in de neiging tot concurrentievervalsing in 2019 ten opzichte van 2016. De resultaten in 2019 laten zien dat het risico op concurrentievervalsing voor bedrijven binnen de havengebieden en daarbuiten ongeveer gelijk is.
Ook het kennisniveau ten aanzien van mededingingsregels is vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van 2016. Gebrek aan deze kennis blijkt een belangrijke voorspeller te zijn voor risico’s op concurrentievervalsing.
Kleinere bedrijven hebben minder kennis van de regels dan grotere bedrijven.
Een beperkt aantal bedrijven in de steekproef (11%) geeft aan de aandacht voor de havengebieden te hebben opgemerkt. In de haven van Rotterdam was dit percentage redelijk vergelijkbaar (13%). Deze aandacht is vooral opgemerkt door grotere bedrijven die meer kennis hebben van de mededingingsregels en weten dat de ACM de toezichthouder voor concurrentie is. Er is geen indicatie dat deze aandacht verder heeft geleid tot lagere risico’s op concurrentievervalsing.
Een belangrijk punt van aandacht is dat de ACM als toezichthouder bij veel bedrijven nog onbekend is. Een grotere bekendheid zal de mogelijke impact van acties waarschijnlijk vergroten. Belangrijk is dat juist kleinere bedrijven bekend raken met de ACM, haar toezichtstaak en de voor hen relevante mededingingsregels.
In lijn met het onderzoek van 2016 blijken de volgende factoren voorspellend voor de risico’s op concurrentievervalsing: de persoonlijke norm van respondenten, het gepercipieerde gemak waarmee mededingingsregels te omzeilen zijn, en de gepercipieerde moeilijkheid van naleving van die regels.
Ook een grotere bedrijfsomvang hangt, evenals in 2016, samen met lagere risico’s van regelovertredingen. In analyses waarin alle factoren zijn meegenomen heeft bedrijfsgrootte echter geen incrementeel voorspellende waarde, wat aangeeft dat grotere bedrijven ook verschillen in andere factoren die samenhangen met de neiging tot concurrentievervalsing. In tegenstelling tot de resultaten in 2016, laten de resultaten in 2019 zien dat het risico op regelovertreding wordt verklaard door de sociale norm alsmede de ingeschatte kosten van het aangaan van overtredingen. Verder blijken lokale mores en de geschatte opbrengsten van regelovertreding in 2019 geen goede voorspellers meer te zijn.