Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

ACM mag boetebesluit eierhandelaren publiceren

De ACM mag het besluit publiceren waarmee aan drie ondernemingen die eiproducten maken een boete is opgelegd vanwege overtreding van het kartelverbod. Dat oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam op 8 mei 2023.

De drie beboete ondernemingen verzochten de voorzieningenrechter om schorsing van de publicatie. Zij meenden dat het boetebesluit naar verwachting geen stand zou houden bij de rechter. Daardoor zouden zij door publicatie onterecht als overtreders afgeschilderd worden. De voorzieningenrechter wijst de voorlopige voorziening grotendeels af.

De voorzieningenrechter volgt de ACM in het voorlopig oordeel op de meeste gronden. De ondernemingen voerden aan dat de ACM de markt onjuist zou hebben afgebakend, de gedragingen onterecht als strekkingsbeperking zou hebben gekwalificeerd en juist wel had moeten vaststellen dat vanwege de omvang van de ondernemingen de afspraken op grond van artikel 7 Mededingingswet niet verboden zijn. De voorzieningenrechter oordeelt dat de ACM voldoende onderzoek heeft gedaan naar de economische en juridische context van de gedragingen. Op basis daarvan heeft de ACM terecht geconcludeerd dat de gedragingen de strekking hadden de mededinging te beperken. De voorzieningenrechter is er bovendien voldoende overtuigd dat de gedragingen de handel tussen lidstaten konden beïnvloeden en er dus geen sprake kan zijn van toepassing van artikel 7.

Publicatie boetebedragen

Wel gaat de voorzieningenrechter in het voorlopig oordeel mee in de argumenten van de ondernemingen die mogelijk raken aan de vaststelling van de boetegrondslag, waaronder de betrokken omzet. De voorzieningenrechter is van oordeel dat bij een publicatie van de boetebedragen en de wijze van vaststelling daarvan een onjuist beeld bij het publiek kan ontstaan. Bovendien gaat publicatie voornamelijk om de vaststelling van de overtreding en de sanctionering daarvan, en minder over de hoogte van de boetebedragen. Het onleesbaar maken van de boetebedragen raakt daarom niet het doel van openbaarmaking..

De slotsom is dat de voorzieningenrechter van oordeel is dat de ondernemingen in het boetebesluit terecht zijn aangemerkt als overtreders en dat de motivering van het boetebesluit waarschijnlijk in essentie in rechte stand zal houden. Wel verbindt de voorzieningenrechter aan de publicatie de voorwaarde dat de boetebedragen en de cijfermatige onderbouwing daarvan niet worden vermeld bij de publicatie van het boetebesluit en in het persbericht.

Er is geen mogelijkheid om hoger beroep in te stellen tegen deze uitspraak.

Lees de uitspraak van de rechtbank Rotterdam op rechtspraak.nl

Zie ook