De rechtbank Rotterdam heeft op 18 november 2021 uitspraak gedaan inzake beroep tegen een last onder dwangsom van de ACM.
Het betreft de zaak waarin de ACM op 22 januari 2020 een last onder dwangsom heeft opgelegd aan American Express. Deze gaf samen met KLM een kredietkaart uit. Naar het oordeel van de ACM is een hogere afwikkelingsvergoeding betaald voor kredietkaarten dan toegestaan op grond van de Verordening (EU) 2015/571 inzake afwikkelingsvergoedingen.
De rechtbank oordeelt dat de ACM onvoldoende heeft gemotiveerd dat bepaalde vergoedingen hetzelfde oogmerk en effect hebben als afwikkelingsvergoedingen. Hierdoor staat niet vast dat de Verordening is overtreden. De rechtbank heeft de last daarom vernietigd. Er is hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. Het CBb heeft op 29 augustus 2023 prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie.