Geschilbesluit Raedthuys en Liander over de aansluitplicht
Raedthuys WP Zeewolde B.V. (hierna: Raedthuys) wil een aansluiting voor haar vier windturbines op het elektriciteitsnet van Liander N.V. (hierna: Liander). De ACM oordeelt dat zij hier recht op heeft.
Raedthuys wil graag een aparte aansluiting van haar vier windturbines in Windpark Zeewolde, los van de andere windturbines in het Windpark Zeewolde. Liander stelde dat alle windturbines in Windpark Zeewolde tezamen kwalificeren als één productie-installatie en dat zij op grond van het opknipverbod slechts één gezamenlijke aansluiting hoefde te realiseren voor alle windturbines uit het windpark tezamen.
De ACM stelt in het geschilbesluit vast dat Liander in strijd heeft gehandeld met de aansluitplicht. Normaliter heeft een partij recht op een aansluiting per WOZ-object. Uit de wet volgt als uitzondering op deze regel het opknipverbod voor windparken. Hieruit volgt dat windturbines die behoren tot eenzelfde onderneming of instelling en die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen, worden geacht te beschikken over één aansluiting. Dit zijn cumulatieve voorwaarden. In het geschilbesluit legt de ACM uit dat het daarbij niet relevant is of windturbines tezamen kwalificeren als één productie-installatie De ACM stelt vast dat niet is gebleken dat de vier windturbines van Raedthuys op enige wijze tot eenzelfde onderneming behoren als de overige windturbines uit Windpark Zeewolde. Als gevolg daarvan is de uitzondering niet van toepassing. De ACM concludeert dat Raedthuys voor haar vier windturbines recht heeft op een eigen aansluiting op het net van Liander.