Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

ACM: Collectieve COVID-afspraken alleen nog als zorgcontinuïteit landelijk ernstig in gevaar komt

Ziekenhuizen en zorgverzekeraars mogen in het vervolg alleen nog gezamenlijke afspraken maken over de vergoeding van de kosten van corona als de continuïteit van de zorg landelijk ernstig in gevaar komt. Dat stelt de ACM in haar reactie op de afspraken die de ziekenhuizen en zorgverzekeraars voor 2022 hebben gemaakt over COVID. Ziekenhuizen en zorgverzekeraars kunnen – na twee coronajaren – goed de risico’s inschatten van een nieuwe coronagolf. Een ziekenhuis kan daar individueel met een zorgverzekeraar afspraken over maken. Met bilaterale afspraken is gericht maatwerk mogelijk en kan zo goed mogelijk worden ingespeeld op specifieke individuele en/of regionale situaties.

De brancheorganisaties Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie voor Universitair Medische Centra (NFU) vroegen de ACM - net als voor 2021 - of hun voorgenomen afspraken passen binnen de mededingingsregels. In januari had de ACM reeds aangegeven geen bezwaar te zien tegen de hoofdlijnen van die afspraken zoals die eind vorig jaar naar buiten waren gebracht. Half juni is de uitgewerkte overeenkomst voorgelegd aan de ACM.

Wat is er aan de hand?

Voor de jaren 2020 en 2021 stond de ACM collectieve crisisafspraken tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars toe. Die afspraken gingen over de vergoedingen van de kosten die te maken hebben met het behandelen van corona-patiënten en waren noodzakelijk om de continuïteit van de zorg te garanderen. Voor het ACM-oordeel was belangrijk dat de afspraken tijdelijk waren en dat zo snel mogelijk werd teruggekeerd naar reguliere bilaterale onderhandelingen.

De ACM heeft vastgesteld dat in het najaar van 2021 individuele onderhandelingen voor 2022 ook volop plaatsvonden. De onderhandelingen werden echter abrupt verstoord door de uitzonderlijke en onvoorziene hevigheid van de Omikron-variant van COVID. De brancheorganisaties van ziekenhuizen en zorgverzekeraars hebben toen contact met elkaar gezocht om bovenop de bilaterale afspraken een set collectieve afspraken te maken om de financiële gevolgen van COVID voor ziekenhuizen op te vangen. Daarbij zijn voor de periode tot en met april afspraken vastgelegd over het compenseren van productie-uitval door COVID.

Wat vindt de ACM?

De ACM ziet dat de collectieve afspraken voor de eerste maanden van 2022 noodzakelijk waren om de continuïteit van de zorg te kunnen garanderen en enige extra tijd te hebben voor het afronden van de zorgcontracten tussen ziekenhuis en zorgverzekeraar voor 2022. Daarbij zijn de collectieve afspraken voor 2022 beperkter en specifieker dan de afspraken voor 2021.

Collectieve afspraken over productie-uitval na april zijn volgens de ACM niet nodig. Het is mogelijk om via de reguliere bilaterale contracten afspraken te maken over de compensatie van deze COVID-kosten. Ziekenhuizen en zorgverzekeraars zijn inmiddels bekend met de impact die Corona kan hebben. Zorgverzekeraars en ziekenhuizen geven ook zelf aan dat zij voldoende vertrouwen hebben dat zij hier bilateraal afspraken over kunnen maken.

De ACM is van oordeel dat er alleen nieuwe afspraken gemaakt mogen worden bij bijzondere, nieuwe omstandigheden, waar de impact van COVID de ziekenhuizen zo raakt dat sprake is van een ernstig gevaar voor de landelijke zorgcontinuïteit. De ACM gaat in gesprek met de brancheorganisaties over hun rol en verantwoordelijkheid bij het initiëren van collectieve afspraken. Dat moet ervoor zorgen dat de normale onderhandelingen tussen zorgverzekeraars en ziekenhuizen niet worden vertraagd of uitgesteld.

Zie ook