Rechter draagt OPTA op nader onderzoek te doen in spamzaak
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 22 januari 2009 een voorlopige uitspraak gedaan over een drietal spamboetes.
Deze spamboetes heeft OPTA eind 2005 opgelegd. De rechtbank Rotterdam heeft vervolgens op 23 mei 2007 een uitspraak gedaan over deze boetebesluiten. Tegen die uitspraak heeft OPTA vervolgens hoger beroep aangetekend bij het CBb. Het CBb heeft nu een tussenbeslissing genomen, waarin het vaststelt dat het niet verstrekken van personalia van klagers aan mogelijke overtreders in strijd kan komen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarin belangrijke rechten van de verdediging zijn vastgelegd. Als OPTA de klachten als bewijs gebruikt, moet zij met een concrete afweging van de betrokken belangen aangeven waarom zij vindt dat in dit geval van het verstrekken van de persoonsgegevens van die klagers kan worden afgezien. Het CBb stelt OPTA nu in de gelegenheid om dit op basis van nader onderzoek alsnog te doen.
Nadat OPTA dit onderzoek heeft gedaan en het CBb op de hoogte heeft gebracht van de resultaten van haar onderzoek, zal het CBb een definitieve beslissing in deze zaak nemen.