Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Besluit ontheffing kartelverbod tariefvaststelling Rotterdamse Taxi Centrale

 

Op 8 januari 2003 is het besluit getekend in zaak 2819; Rotterdamse Taxi Centrale RTC NV (RTC). De aanvraag betreft de tarief(vast)stelling van RTC en de bij haar aangesloten zelfstandige taxiondernemingen. Hierdoor hanteren alle – ongeveer 200 – bij RTC aangesloten taxiondernemingen hetzelfde tarief voor het straattaxivervoer, onder te verdelen in opstap- en belwerk, dat tussen hen is afgesproken. De ter ontheffing voorgelegde tarief(vast)stelling geldt niet voor het contractvervoer.

Beoordeling:
De aansluiting, door middel van een aansluitingsovereenkomst en het nemen van aandelen, bij/in RTC, door taxiondernemingen die elkaar behoren te concurreren, kan worden aangemerkt als een (horizontale) samenwerkingsovereenkomst. Door aansluiting bij RTC onderwerpt iedere taxiondernemer zich aan het door RTC vast te stellen tarief, hetgeen tot een uniform tarief leidt. Op de relevante markt (straattaxivervoer in de gemeente Rotterdam) heeft RTC, naar aantallen taxi’s gemeten, een marktaandeel van minimaal 45%. Aangezien de prijsafspraak ertoe strekt de mededinging tussen de bij RTC aangesloten taxiondernemingen te beperken, verschillen in onder meer efficiency, service en comfort/luxe, bij de bij RTC aangesloten taxiondernemingen kunnen niet doorwerken in het niveau van de prijs, is zij in strijd met artikel 6, lid 1, Mw.

De tarief(vast)stelling voldoet naar het oordeel van de d-g NMa niet aan de ontheffingsvoorwaarden van artikel 17 Mw. In de eerste plaats niet omdat als gevolg van de horizontale prijsafspraak verschillen in onder meer efficiency, service en comfort/luxe niet kunnen doorwerken in de prijs, waardoor het gevaar reëel wordt dat het uniforme tarief op een niveau ligt waarop de minder efficiënte bij RTC aangesloten taxiondernemingen nog rendabel kunnen opereren. Voorts niet omdat productdifferentiatie en derhalve de keuzemogelijkheden van consumenten worden verhinderd. De d-g NMa is wel van mening dat de taxicentrale op zichzelf objectieve economische voordelen oplevert, maar niet aangetoond noch aannemelijk gemaakt door RTC is dat het hanteren van een uniform tarief onmisbaar voor het instandhouden van een taxicentrale en niet verder gaat dan noodzakelijk is.

Conclusie:
De door RTC voor ontheffing aangemelde tarief(vast)stelling van RTC en de bij haar aangesloten taxiondernemingen met betrekking tot straattaxivervoer, is in strijd met artikel 6, lid 1, Mw en komt niet voor ontheffing op grond van artikel 17 Mw in aanmerking. De aanvraag om ontheffing is derhalve afgewezen.

 

 

Bijlagen

Besluit ontheffing kartelverbod tariefvaststelling Rotterdamse Taxi Centrale (PDF - 203.81 KB)