KPN blijft aanbieder met aanmerkelijke marktmacht
OPTA hernieuwt de aanwijzing van KPN als aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt voor vaste openbare telefonie en op de markt voor huurlijnen. De huidige aanwijzing loopt op 15 december a.s. af. Door de aanwijzing, die gebaseerd is op een marktonderzoek dat OPTA heeft laten uitvoeren, blijven de verplichtingen die nu al gelden voor KPN van kracht. Uit het onderzoek blijkt dat KPN op de markt voor vaste openbare telefonie een aandeel heeft tussen de 85 en 95 procent. Op de markt voor huurlijnen heeft KPN een aandeel tussen de 60 en 70 procent. OPTA spreekt verder haar bezorgdheid uit over het voornemen van de Europese Commissie om in de toekomst de grens voor aanduiding van aanmerkelijke marktmacht op 50 procent vast te stellen. OPTA bepleit samen met de andere Europese telecomtoezichthouders een percentage van 30 procent.
Met de aanwijzingen, die op basis van de Telecommunicatiewet zijn genomen, verwacht OPTA de concurrentie op de desbetreffende markten te blijven stimuleren. Een telecomaanbieder met een marktaandeel van meer dan 25 procent wordt aangewezen als aanbieder met een aanmerkelijke marktmacht. Door de aanwijzingen blijft KPN verplicht vaste openbare telefonie en huurlijnen aan te bieden tegen voorwaarden en tarieven die voor iedereen gelijk zijn. Bovendien moeten de tarieven kostengeoriënteerd zijn, dat wil zeggen gebaseerd op de onderliggende kosten plus een redelijke winstopslag. Het gaat dan zowel om de tarieven die de KPN-abonnees betalen als de (interconnectie)tarieven die concurrenten betalen bij gebruik van het netwerk van KPN.
Met de inwerkingtreding van de Telecommunicatiewet op 15 december 1998 werd KPN voor een periode van twee jaar, dus tot 15 december 2000, aangewezen als aanmerkelijke marktmacht op de markten voor vaste openbare telefonie en huurlijnen. OPTA heeft onderzocht of KPN na afloop van die termijn opnieuw zo’n aanwijzing zou moeten krijgen.
Uit het marktonderzoek dat OPTA heeft laten uitvoeren blijkt dat op de markt voor vaste openbare telefonie (aansluitingen, lokaal, nationaal en internationaal telefoonverkeer en het bellen van een vast naar een mobiel toestel) in geringe mate sprake is van toenemende concurrentie. Lag het marktaandeel van KPN op deze markt over 1999 nog tussen de 90 en 100 procent, in het eerste half jaar van 2000 lag het marktaandeel tussen de 85 en 95 procent.
Ook op de markt voor huurlijnen (verbindingen die continu aanwezig zijn tussen twee vaste punten) is KPN nog steeds een dominante marktpartij. Hoewel de mate van concurrentie per categorie huurlijn is onderzocht, is bij de aanwijzing KPN’s positie op de gehele markt van huurlijnen relevant. KPN had op de gehele huurlijnenmarkt in de eerste helft van 2000 een marktaandeel tussen de 60 en 70 procent (1999: tussen de 70 en 80 procent).
Op grond van de uitkomsten van het marktonderzoek is KPN opnieuw aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke macht op de twee genoemde markten. OPTA zal jaarlijks op basis van nieuwe marktinformatie onderzoeken of de aanwijzing moet blijven gelden.
Overigens is de aanmerkelijke marktmacht-grens van 25 procent in Europees verband aan discussie onderhevig. De Europese Commissie heeft, in het kader van de herziening van de Europese telecommunicatieregels per 2002, voorgesteld telecombedrijven pas extra verplichtingen op te leggen bij een marktaandeel van 50 procent of meer. De Independent Regulators Group (IRG), het samenwerkingsverband van Europese telecomtoezichthouders waarvan OPTA deel uitmaakt, heeft voorgesteld een grens van 30 procent te hanteren. Dit percentage sluit volgens de IRG beter aan bij de drempel die de Wereldhandelsorganisatie hanteert voor interventie op een bepaalde nationale telecommunicatiemarkt. Bovendien zouden bij een drempel van 50 procent de nu geldende verplichtingen voor dominante marktpartijen worden losgelaten die nodig zijn om concurrentie tot stand te brengen en de leverplicht van diensten aan concurrenten te garanderen.