Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Oneerlijke handelspraktijken vanaf nu verboden

Vandaag is de Wet oneerlijke handelspraktijken (Wet OHP) in werking getreden. Deze wet verbiedt aanbieders om 'oneerlijke handelspraktijken' toe te passen bij de promotie, verkoop en levering van producten en diensten aan consumenten.

De nieuwe regels vinden hun oorsprong in een Europese richtlijn en gelden in alle 27 landen van de Europese Unie. Voor ondernemers betekent dit een vereenvoudiging: op het terrein van handelspraktijken geldt één set uniforme regels in alle EU-lidstaten, in plaats van met van land tot land verschillende wetgeving. In Nederland zijn de regels opgenomen in het Burgerlijk Wetboek.

De Wet oneerlijke handelspraktijken beschrijft namelijk gedetailleerd welke verkooppraktijken misleidend en agressief zijn en daarom verboden.

Enkele voorbeelden van verboden verkooppraktijken:

  • Misleidende reclame
  • Ten onrechte vermelden een keurmerk te voeren of gedragscode na te leven
  • Prijzen noemen waarin niet alle (bijkomende) kosten worden vermeld
  • Weglaten van belangrijke kenmerken van het product
  • Aanbiedingen in de vorm van 'lokkertjes', zonder reële beschikbaarheid van het product zelf
  • Agressieve werving van nieuwe klanten
  • Een product als 'gratis' aanprijzen terwijl er toch kosten aan zijn verbonden

De nieuwe wetgeving, die uitsluitend geldt in de relatie aanbieder-consument, beoogt in het handelsverkeer de belangen van zowel consumenten als bedrijven beter te beschermen. Consumenten worden beter beschermd tegen misleiding bij de aankoop van producten of diensten, terwijl bonafide ondernemers beter zullen worden beschermd tegen oneerlijke concurrentie van malafide aanbieders. Kwetsbare consumenten, die vanwege geestelijke of lichamelijke beperking, hun leeftijd of goedgelovigheid bijzonder vatbaar zijn voor oneerlijke handelspraktijken, worden extra beschermd.

De Consumentenautoriteit en de Autoriteit Financiële Markten zijn voor de Wet OHP aangewezen als toezichthouders. De AFM voor de financiële sector, de Consumentenautoriteit voor de overige sectoren.

De nieuwe wetgeving sluit aan bij de missie van de Consumentenautoriteit: de bevordering van eerlijke handel tussen bedrijven en consumenten. Dit doet zij door collectieve inbreuken op het consumentenrecht aan te pakken en door de kennis over regels van consumentenrecht bij consumenten en ondernemers te vergroten.

De nieuwe regels voorzien in sancties in geval van overtreding. De Consumentenautoriteit en de AFM kunnen bij overtreding een administratieve boete opleggen van maximaal EUR 450.000 of een last onder dwangsom.

De Consumentenautoriteit heeft een brochure ontwikkeld voor ondernemers. Daarin staat uitgebreide informatie over de Wet ohp, geïllustreerd met duidelijke voorbeelden. Ook bevat de brochure informatie over de rol en bevoegdheden van de Consumentenautoriteit als toezichthouder.

De nieuwe regels samengevat

  • Misleidende en agressieve verkoopmethoden bij het aanbieden van producten en diensten zijn verboden; een aantal staat vermeld op een zogenoemde 'zwarte lijst';
  • Van misleiding is sprake indien een aanbieder valse of onvolledige informatie verstrekt over de belangrijkste kenmerken van zijn product of dienst;
  • Ook is sprake van misleiding als een aanbieder informatie verstrekt die weliswaar strikt genomen juist is, maar die door een consument gemakkelijk verkeerd kan worden begrepen, bijvoorbeeld omdat de informatie onduidelijk, onbegrijpelijk of dubbelzinnig is;
  • Informatie over de belangrijkste kenmerken van een product of dienst dient te worden vermeld, om te voorkomen dat een klant een product of dienst koopt waarvan hij niet alle kenmerken, nadelen of beperkingen kent. Het weglaten ervan kan een 'misleidende omissie' zijn;
  • Het is niet toegestaan om een consument onder druk te zetten om een product te kopen; dan is sprake van een agressieve handelspraktijk;

Ook als een verkoopmethode niet misleidend of agressief is, kan deze toch oneerlijk zijn. Een verkooppraktijk mag namelijk niet in strijd zijn met 'goed ondernemersgedrag'. Is dit wel het geval, en kan de consument daardoor niet goed geïnformeerd een besluit nemen, dan is de verkoopmethode (mogelijk) oneerlijk.

Zie ook