Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

NMa stelt vergunningseis aan fusie zorginstellingen Oost-Brabant

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) concludeert na een eerste onderzoek dat door het samengaan van twee geestelijke gezondheidszorginstellingen in Brabant de concurrentie mogelijk kan worden belemmerd op de markten voor klinische en niet-klinische geestelijke gezondheidszorg voor volwassen en ouderen en voor niet-klinische geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jeugdigen. Het betreft de fusie tussen Stichting Geestelijke Gezondheidszorg Oost Brabant en Stichting Reinier van Arkel. De toezichthouder heeft daarom besloten dat voor het tot stand brengen van deze fusie een vergunning is vereist. De NMa doet dan nader onderzoek naar de gevolgen voor de concurrentie.

Op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg aan volwassenen en ouderen concentreren de zorgen van de NMa zich op de beperking van de keuzemogelijkheden voor patiënten in twee aan elkaar grenzende regio's in Oost-Brabant. In elk van deze regio's is één van beide zorginstellingen actief.

Aangezien het een concentratie betreft in een sector die in transitie is, zal ook op de markt voor klinische en niet-klinische geestelijke gezondheidszorg meer marktwerking en transparantie ontstaan. Hierdoor worden patiënten in de toekomst meer geprikkeld om te kiezen voor een GGZ-instelling buiten hun eigen directe omgeving. Door de beoogde fusie valt echter de meest voor de hand liggende alternatieve instelling weg. Hierdoor zou de daadwerkelijke mededinging op significante wijze kunnen worden belemmerd.

Het vervolgonderzoek van de NMa zal dan ook mede gericht zijn op de vraag hoeveel concurrentiedruk er uitgaat van overige geestelijke gezondheidszorginstellingen en of er voor patiënten in Oost-Brabant voldoende keuzemogelijkheden overblijven.
Op het gebied van niet-klinische geestelijke gezondheidszorg aan kinderen en jeugdigen bestaat een grote geografische overlap tussen de activiteiten van de instellingen. In de werkgebieden van de instellingen zijn de concurrerende instellingen beduidend kleiner. Een definitief oordeel over de exacte marktverhoudingen dient in een nader onderzoek te worden vastgesteld.

Indien de instellingen een vergunning aanvragen, dient de NMa binnen 13 weken een beslissing te nemen of de concentratie wel of niet wordt toegestaan. De NMa beoordeelt bij fusies en overnames of de daadwerkelijke concurrentie significant wordt belemmerd, met name door het ontstaan of versterken van een economische machtspositie. Een dergelijke machtspositie kan nadelige gevolgen hebben voor de prijs, kwaliteit en diversiteit van het aanbod. De NMa kan in dat geval voorwaarden verbinden aan een fusie of een fusie verbieden.