Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Rapport opgemaakt inzake afspraken garnalenvisserij en -groothandel

Na een onderzoek heeft de Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa) redelijke vermoedens dat er sprake is van afspraken tussen Nederlandse, Duitse en Deense producentenorganisaties voor de garnalenvisserij en de groothandelaren in garnalen, verenigd in de Vereniging ter Bevordering van de Garnalenhandel (VEBEGA), over beperking van de vangsthoeveelheid en over minimumprijzen. Deze afspraken hebben in ieder geval betrekking op de periode eind 1997 tot heden.

De NMa heeft heden haar bevindingen hierover aan de betrokken partijen medegedeeld in de vorm van een rapport. Het gaat hierbij om de vangst en inkoop van Noordzeegarnalen, bekend als 'Hollandse garnalen'. Begin 2000 heeft de NMa naar aanleiding van o.a. berichten in de media een onderzoek ingesteld naar afspraken tussen de VEBEGA en vier Nederlandse, drie Duitse en een Deense Producentenorganisatie voor onder meer de garnalenvisserij. Deze partijen nemen deel aan het zogenaamde Trilaterale Overleg. Dit is een regulier overleg tussen Nederlandse, Duitse en Deense producentenorganisaties voor de garnalenvisserij, waarin afspraken worden gemaakt over de maximale hoeveelheid per periode per schip te vangen en aan te landen garnalen en de daarvoor geldende minimumprijs. Verreweg de meeste Nederlandse, Duitse en Deense garnalenvissers zijn aangesloten bij een van de producentenorganisaties. Op groothandelsniveau is er in Nederland sprake van een sterke concentratie: twee groothandelaren verhandelen samen verreweg het grootste deel van deze garnalen in Nederland en in Europa. Daarnaast bestonden er in Nederland afspraken tussen de producentenorganisaties en de VEBEGA die de toegang van nieuwe marktpartijen tot de markt ernstig belemmerden.

Over dit onderzoek heeft de NMa overleg gevoerd met de Duitse en Deense mededingings-autoriteiten. Tevens is er afstemming geweest met de Europese Commissie in Brussel over de vraag of er Europese Verordeningen op dit punt bestaan die de toepassing van de Mededingingswet verhinderen. Dit bleek niet het geval te zijn. Vervolgens heeft de NMa rapport opgemaakt inzake de geconstateerde overtredingen tegen de Nederlandse en Europese mededingingsregels.

De betrokken partijen worden nu in de gelegenheid gesteld op het rapport te reageren. Uiteindelijk moet de directeur-generaal van de NMa vaststellen of er al dan niet sprake is van een overtreding. In dat geval kan een boete of een maatregel worden opgelegd.

 

Meer in deze zaak