Ingrijpen NMa niet nodig: KKM-regeling is aangepast
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa) heeft geconcludeerd dat een aantal bepalingen van de kwaliteitsregeling voor boerderijmelk van de Stichting Keten Kwaliteit Melk (KKM) niet is toegestaan. Deze bepalingen leidden tot een merkbare beperking van de concurrentie op de markt voor boerderijmelk die wordt afgenomen door melkverwerkende bedrijven.
De KKM-regeling hield onder andere de afspraak in dat melkverwerkende bedrijven geen boerderijmelk afnemen van melkveehouders die niet door KKM erkend zijn, ook al voldoen deze melkveehouders aan alle wettelijke eisen. De KKM-eisen gaan voor een deel verder dan deze wettelijke eisen. Melk die voldoet aan de wettelijke eisen is geschikt voor menselijke consumptie. Bijna alle melkverwerkende bedrijven in Nederland zijn bij deze afspraak betrokken; de bij KKM aangesloten melkverwerkende bedrijven hebben een gezamenlijk marktaandeel van ruim 98%.
De directeur-generaal van de NMa is een voorstander van initiatieven om kwaliteitsverbetering tot stand te brengen, een deel van de KKM-regeling was echter in strijd met de Mededingingswet. Bovendien heeft de NMa tientallen klachten ontvangen van melkveehouders die door de aanvullende eisen van KKM soms gedwongen werden tot aanzienlijke investeringen. Voldeden zij hier niet aan dan kon men de melk niet meer leveren of slechts tegen een aanzienlijk lagere prijs dan voorheen. Inmiddels heeft KKM de bezwarende bepalingen uit de KKM-regeling verwijderd. Aan deze aangepaste KKM-regeling heeft de NMa haar goedkeuring verleend.
In het NMa-besluit is tevens aangegeven dat individuele melkverwerkers, die van hun melkveehouders eisen dat zij door KKM zijn erkend, eveneens in strijd met de Mededingingswet handelen.