Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

NMa gaat fusie RAI - Jaarbeurs nader onderzoeken

De Nederlandse mededingingsautoriteit(NMa) heeft besloten dat voor de toetsing van de voorgenomen fusie tussen Amsterdam RAI B.V. en Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs een diepgaand onderzoek noodzakelijk is. De NMa heeft heden aan RAI en Jaarbeurs kenbaar gemaakt, dat voor het tot stand brengen van de concentratie een vergunning is vereist.De NMa heeft reden om aan te nemen dat door de fusie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt waardoor de concurrentie op de Nederlandse markt significant wordt belemmerd.

Beide partijen zijn actief op het gebied van het organiseren van beurzen in binnen- en buitenland en het exploiteren van beursaccommodaties. RAI en Jaarbeurs zijn verreweg de grootste beursorganisatoren in Nederland. Zij beheren een breed pakket van met name nationale beurzen en beschikken over de grootste en kwalitatief beste accommodaties. Hierdoor hebben zij een aanmerkelijk concurrentievoordeel ten opzichte van hun concurrenten. Dit betekent dat door de concentratie een machtspositie lijkt te ontstaan op de Nederlandse markt, zowel voor het organiseren van beurzen als het exploiteren van accommodaties. Daarom dient voor het tot stand brengen van de concentratie een vergunning te worden aangevraagd bij de Nederlandse mededingingsautoriteit. Op een vergunningaanvraag moet binnen dertien weken worden beslist. In deze fase van het onderzoek zal de NMa kijken naar de marktaandelen van de partijen op de relevante markten, de mogelijkheden van derden om tot de markt toe te treden en de mate waarin afnemers en exposanten afhankelijk zijn van de nieuw te vormen onderneming.

Tot nu toe heeft de NMa zestien meldingen van concentraties ontvangen, waarvan er inmiddels vier zijn goedgekeurd. Dit is de tweede keer dat een vergunning wordt vereist. Eerder was dit het geval bij de voorgenomen fusie tussen diverse elektriciteitsproducenten tot het Grootschalig Productiebedrijf.