Eerste besluit op bezwaar na klacht ACN over functioneren LCM bij bergen gestrande auto's.
De NMa verklaart bezwaren van Alarm Centrale Nederland ongegrond. ACN had geklaagd over functioneren van het Landelijk Centraal Meldpunt. De afspraak tussen de alarmcentrales heet de bergingsregeling Incident Management.
Alarmcentrale Nederland (ACN) is een door bergingsbedrijven opgerichte alarmcentrale. ACN heeft bij de NMa een klacht ingediend omdat het functioneren van het Landelijk Centraal Meldpunt (LCM) en de rol die de politie speelt bij het melden van incidenten, alsmede gedragingen van de bij het incidentmanagement systeem betrokken verzekeringsmaatschappijen, het Verbond van Verzekeraars, alarmcentrales, SIMN en Rijkswaterstaat tot gevolg hebben dat de mededinging op de markt voor alarmcentralediensten wordt beperkt in de zin van artikel 6 Mw. Verder stelt ACN in de klacht dat de SIMN, althans de in de SIMN verenigde alarmcentrales, misbruik maken van hun machtspositie in de zin van artikel 24 Mw, door klager geen toegang te verschaffen tot het LCM. Tenslotte verzoekt ACN de NMa de politie te verbieden het LCM te bellen.
In het primaire besluit heeft de Raad voor de toetredingskwestie gerefereerd aan zaak 3084 (ACN I) waar eveneens de toetreding van ACN tot de SIMN/LCM een onderwerp van discussie vormde. Voor het overige heeft de Raad gesteld dat het handelen van de politie en Rijkswaterstaat geen ondernemingshandelen betrof zodat de Mededingingswet niet van toepassing is op dit handelen.
In het besluit op bezwaar heeft de Raad het bestreden besluit volledig gehandhaafd en alle bezwaren ongegrond verklaard. In het besluit op bezwaar heeft de Raad voorop gesteld dat de gedragingen van de politie en Rijkswaterstaat (en andere overheden die verantwoordelijk zijn voor het wegbeheer) niet als ondernemingshandelen kunnen worden gekwalificeerd, zodat de Mededingingswet niet van toepassing is. Verder heeft de Raad geoordeeld, dat het functioneren van het LCM ook nĂ¡ 1 juli 2003 niet mededingingsbeperkend is en niet tot doel heeft om ACN van de markt voor alarmcentralediensten te weren. Met betrekking tot de weigering om ACN toe te laten treden tot de SIMN/LCM heeft de Raad aangesloten bij de overwegingen van het vonnis d.d. 28 november 2007 van de Rechtbank Rotterdam in zaak 3084 (ACN I), waarin de Rechtbank oordeelde dat de SIMN goede gronden had om ACN de toegang tot de SIMN te weigeren zodat de SIMN geen misbruik heeft gemaakt van haar machtspositie in de zin van artikel 24 Mw. Ook de bezwaren van ACN dat verzekeraars zich schuldig zouden maken aan koppelverkoop, wijst de Raad af. Tenslotte heeft de Raad het bezwaar van ACN dat ook de pechhulpverlening via het LCM verloopt, afgewezen.