Besluit op klacht Loke over misbruik machtspositie CBR
Loke heeft een klacht ingediend met betrekking tot het handelen van het CBR. Volgens Loke maakt het CBR misbruik van haar machtspositie, en hij verzoekt 'de mededingingsautoriteit dan ook om een onderzoek [...] opdat de Inschrijvings-Overeenkomst nietig wordt verklaard danwel door het CBR wordt teruggenomen'. Het niet ondertekenen van de Inschrijvingsovereenkomst door een rijschoolhouder heeft tot gevolg dat hij bepaalde rechten ontbeert.
Loke klaagt meer specifiek over de in de overeenkomst in artikel 11 sub c opgenomen vrijwaringsclausule. De vrijwaringsclausule luidt: "de rijschool vrijwaart het CBR en daarmee verbonden personen tegen vorderingen van schade van welke aard ook, die verband houdt met het gebruik van het motorvoertuig of het samenstel voor het praktijkexamen, behoudens voor zover de schade het gevolg is van een grove fout van de examinator/deskundige."
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit is tot de conclusie gekomen dat de Mededingingswet niet van toepassing is op gedragingen van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, wanneer zij toetst of een bestuurder in aanmerking komt voor een verklaring van rijvaardigheid. De aanvraag om toepassing van artikel 24 van de Mededingingswet wordt derhalve afgewezen.