Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Besluit op bezwaar na uitspraak rechtbank Rotterdam kartelverbod Noordzeegarnalen 12 december 2006

De Raad van Bestuur van de NMa heeft op 12 december 2006 nieuwe beslissingen op bezwaar genomen in de garnalenzaak waarbij de eerder door de NMa aan de Duitse en Nederlandse producentenorganisaties en de Deense producentenorganisatie opgelegde boetes zijn verlaagd.

Bij besluit van 14 januari 2003 heeft de d-g NMa een inbreuk vastgesteld op het verbod van artikel 6, eerste lid, Mw en artikel 81, eerste lid, EG door zestien ondernemersverenigingen en ondernemingen, als gevolg van de in het kader van het Trilateraal Overleg tussen hen overeengekomen vangstbeperkingen en minimumprijzen voor Noordzeegarnalen (crangon crangon) in de periode 1 januari 1998 tot 30 januari 2000. Voorts heeft de d-g NMa bij zijn besluit van 14 januari 2003 een inbreuk vastgesteld op het verbod van artikel 6, eerste lid, Mw door de Nederlandse Producentenorganisaties en garnalenhandelaren als gevolg van de afspraak die was gericht op het belemmeren van de toetreding van een nieuwe handelaar die op de Nederlandse visafslag(en) Noordzeegarnalen wilde inkopen in de periode van 1 oktober 1999 tot en met 16 november 1999. De d-g NMa heeft hiervoor aan de zestien ondernemersverenigingen en ondernemingen boetes opgelegd.

Bij besluit van 28 december 2004 heeft de d-g NMa de bezwaren tegen zijn besluit van 14 januari 2003 deels gegrond en deels ongegrond verklaard, waarbij de aan de Duitse en Nederlandse Producentenorganisaties, de Deense Producentenorganisatie en de garnalenhandelaren Heiploeg, Goldfish en Klaas Puul opgelegde boetes zijn verlaagd en de boetes die aan de overige garnalenhandelaren waren opgelegd, werden ingetrokken.

Bij uitspraak van 20 juni 2006 en 19 juli 2006 heeft de Rechtbank Rotterdam het beroep van de Duitse en Nederlandse Producentenorganisaties en de Deense Producentenorganisatie gegrond verklaard, voor zover het betrekking heeft op de hoogte van de aan hen opgelegde boetes. De rechter acht bewezen dat de Duitse en Nederlandse Producentenorganisaties en de Deense Producentenorganisatie de Mededingingwet hebben overtreden, maar kwalificeerde hun deelname aan het zogenaamde trilaterale overleg niet als een zeer zware, maar als een zware overtreding van de Mededingingswet. Reden hiervoor was de onduidelijkheid die er bestond over de relevante Europese regelgeving. De Rechtbank heeft het bestreden besluit in zoverre vernietigd en heeft bepaald dat de Raad met inachtneming van de uitspraak een nieuwe beslissing op de bezwaren van de Duitse Producentenorganisaties en een nieuwe beslissing op bezwaren van de Nederlandse Producentenorganisaties en de Deense Producentenorganisatie met betrekking tot de hoogte van de aan hen opgelegde boetes dient te nemen. In de nieuwe besluiten op bezwaar van 12 december 2006 heeft de Raad van Bestuur van de NMa de eerder aan de Duitse en Nederlandse Producentenorganisaties en de Deense Producentenorganisatie opgelegde boetes verlaagd:

  • PO Vissersbond EUR 629.000 (was EUR 797.000) 
  • PO Delta Zuid (was voorheen PO West) EUR 301.000 (was EUR 374.000) 
  • PO Texel EUR 27.000 (was EUR 35.000) 
  • PO Wieringen EUR 335.000 (was EUR 425.000) 
  • Duitse vereniging van PO's Schleswig-Holstein EUR 333.000 (was EUR 499.000) 
  • Duitse PO Weser-Ems EUR 297.000 (was EUR 445.000) 
  • Duitse PO Elbe-Weser EUR 83.000 (was EUR 125.000) 
  • Deense PO Danske Fiskeres EUR 171.000 (was EUR 257.000)

Bijlagen

We doen ons best om documenten toegankelijk te maken. Helaas lukt dat niet altijd. Kunt u de tekst van een document op onze website niet lezen met een schermlezer of kunt u de kleuren van grafieken niet onderscheiden? Stuur ons een email. We nemen binnen een week contact met u op. En we proberen u binnen 4 weken een toegankelijke versie te sturen.

Meer in deze zaak