Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Mag een aanbieder zomaar gaan graven in mijn grond?

Let op: dit is een oud bericht, de regelgeving is veranderd per 31 maart 2018. 

Nee, dit mag niet. Werkzaamheden met betrekking tot kabels moet in overleg gebeuren. Hiervoor geldt een procedure die er toe moet leiden dat de grondeigenaar (gedoogplichtige) en de aanbieder het met elkaar eens worden.

Deze procedure is beschreven in artikel 5.3 van de Telecommunicatiewet. In het kort houdt de procedure het volgende in:

1. De aanbieder moet de gedoogplichtige schriftelijk in kennis stellen van
    voorgenomen werkzaamheden. Dit is de 1e kennisgeving.
    Vervolgens zal er naar worden gestreefd om overeenstemming te bereiken
    tussen de aanbieder en de gedoogplichtige over de plaats, het tijdstip en 
    de wijze van uitvoering van de werkzaamheden
2. Mocht er binnen 4 weken geen overeenstemming bereikt zijn dan doet de
    aanbieder een 2e schriftelijke kennisgeving aan de gedoogplichtige.
    In deze 2e kennisgeving wordt een omschrijving gegeven van de plaats,
    het tijdstip (minimaal 3 weken na de verzenddatum van deze 2e
    kennisgeving) en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.
3. Als de gedoogplichtige bedenkingen heeft tegen deze 2e kennisgeving
    dan kan hij, binnen 2 weken na ontvangst, OPTA verzoeken om een 
    besluit te nemen over de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van
    de werkzaamheden. 
    Concreet houdt dit in dat er formeel een geschil bij OPTA aanhangig wordt
    gemaakt. Gedurende de behandeling van dit geschil kan de aanbieder nog
    niet beginnen met zijn voorgenomen werkzaamheden.

Als de gedoogplichtige tegen de 2e kennisgeving geen bedenkingen heeft en ook OPTA niet heeft verzocht om een besluit te nemen, dan kan de aanbieder na 3 weken de werkzaamheden gaan uitvoeren. Dit geldt dus ook als de gedoogplichtige in het geheel niet reageert.

Wat als het openbare grond betreft?

Als een aanbieder kabels wil aanleggen in openbare gronden geldt deels een andere procedure.
De burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente moeten instemmen met het tijdstip, de plaats en de wijze waarop de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd. Het instemmingsbesluit geeft geen “ doorgangsrecht”. Het recht om kabels aan te leggen, te onderhouden of op te ruimen wordt immers al gegeven in artikel 5.2 van de Telecommunicatiewet.

Rol van OPTA:

De wettelijke bevoegdheden die OPTA hier heeft zijn de volgende:
• OPTA is bevoegd om een besluit te nemen over de plaats, het tijdstip en de
  wijze van uitvoering van de werkzaamheden. OPTA mag dit alleen doen
  nadat is gebleken dat de partijen onderling uitvoerig hebben onderhandeld.
• OPTA is bevoegd om handhavend op te treden, zowel richting de
  gedoogplichtige als in de richting van de aanbieder. Dit kan bijvoorbeeld
  gebeuren als de zaak moedwillig wordt opgehouden of de aanbieder
  voortijdig begint met de werkzaamheden.
• OPTA kan worden gevraagd om te bemiddelen tussen partijen. Zo kan 
  worden getracht om tot een minnelijke schikking te komen.