Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Hoogste rechter laat spamboetes Speko/van Leerdam’s in stand

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 2 juli 2010 in hoger beroep uitspraak gedaan in een langlopende juridische procedure tussen OPTA en de ondernemingen Speko en Van Leerdam’s. OPTA heeft deze ondernemingen reeds in 2005 beboet wegens overtredingen van het spamverbod. Het CBb bepaalt dat OPTA in haar onderzoek artikel 6 van het EVRM (het recht op een eerlijk proces) had geschonden. Vanwege deze procedurefout vernietigt het CBb eerdere beslissingen van OPTA in deze zaak. Maar omdat OPTA onomstotelijk heeft bewezen dat deze bedrijven zich wel schuldig hebben gemaakt aan het versturen van spam, laat het CBb de rechtsgevolgen van deze beslissingen in stand. Dit betekent dat Speko en Van Leerdam’s de opgelegde boetes van respectievelijk 17.500 euro en 27.500 euro moeten gaan betalen.

Overwegingen CBb

Het CBb heeft reeds in haar tussenuitspraak van januari 2009 geconcludeerd dat OPTA’s besluiten in strijd waren met artikel 6 EVRM. Daarom vernietigt het CBb de boetebesluiten. Het CBb oordeelt vervolgens dat er wel voldoende redenen zijn om de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten – dat wil zeggen: de opgelegde boetes – in stand te laten. Het CBb stelt onder meer vast dat uit het bewijsmateriaal zonder meer blijkt dat de betrokken ondernemingen het spamverbod hebben overtreden. Zij verzonden commerciële e-mails aan natuurlijke personen en hebben niet kunnen aantonen dat ze beschikten over de wettelijk verplichte voorafgaande toestemming voor die verzending. Het staat ook vast dat Speko de verzender was van de eerste spamrun. Het CBb ziet geen reden waarom OPTA onderzoek had moeten doen naar Speko’s verweer dat mogelijk een ander de berichten met opzet zou hebben verzonden om haar in een kwaad daglicht te stellen. Die berichten verwezen namelijk op geen enkele manier naar Speko: van in een kwaad daglicht stellen kon daarom geen sprake zijn. Het CBb vindt verder dat OPTA ook voldoende heeft bewezen dat in de door Speko verzonden berichten geen geldige afmeldmogelijkheid was opgenomen.

‘Boete niet onevenredig hoog’

Ook over de hoogte van de boetes is het CBb duidelijk: die zijn in overeenstemming met OPTA boetebeleid vastgesteld. Bij de hoogte van de boete heeft OPTA voldoende rekening gehouden met de ernst van de overtredingen en heeft OPTA terecht betrokken ondernemingen aangemerkt als overtreder. Ondernemingen die (internet)marketeers inschakelen, hebben een eigen verantwoordelijkheid om te zorgen dat de wettelijke regels worden nageleefd. Ook het feit dat de boetes zijn gepubliceerd heeft volgens het CBb geen invloed op de hoogte van de boete omdat in dit geval de boetes niet onevenredig hoog zijn.

Juridische procedure

Nadat OPTA eind 2005 Speko en van Leerdam’s boetes heeft opgelegd, hebben beide bedrijven bezwaar aangetekend tegen de boete. In april 2006 heeft OPTA deze bezwaren ongegrond verklaard. Vervolgens hebben Speko en Van Leerdam’s beroep ingediend bij de rechtbank. De rechtbank Rotterdam heeft mei 2007 uitspraak gedaan en besloten dat OPTA de bezwaren opnieuw moest behandelen. Tevens vond de rechter dat OPTA de personalia van indieners van spamklachten aan de overtreders moest overleggen. OPTA is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan bij het CBb. Tegelijkertijd is OPTA gestart met het opnieuw behandelen van de bezwaren. Februari 2008 heeft OPTA nieuwe beslissingen op bezwaar genomen. Het CBb heeft januari 2009 een tussenuitspraak genomen in het hoger beroep en bepaald dat OPTA ten onrechte geen volledige inzage in het bewijsmateriaal, met name de daadwerkelijke spamklachten, had gegeven aan de overtreders. Dit is een schending van het recht op een eerlijk proces, zoals bepaald in artikel 6 EVRM. OPTA heeft vervolgens de personalia van de klagers, die daarvoor toestemming hadden gegeven, alsnog verstrekt aan de overtreders. Het CBb heeft nu definitief uitspraak gedaan in het hoger beroep en de boetes aan Speko en Van Leerdam’s in stand gelaten. Wel oordeelt het CBb dat OPTA’s besluiten in strijd waren met artikel 6 EVRM.

Aanpassing van procedure spamonderzoek

Naar aanleiding van de rechterlijke beslissingen in deze hele procedure heeft OPTA zijn onderzoeks- en besluitvormingsprocedures inmiddels aangepast zodat van strijd met artikel 6 EVRM in lopende (en eerdere) onderzoeken op dit punt geen sprake meer is.

Zie ook