Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Veelgestelde vragen over samenwerking in het sociaal domein

Nee, dat mag niet. De zorgaanbieders mogen geen marktverdelingsafspraak maken die de concurrentie tussen hen beperkt. Ook niet als de gemeente hierom vraagt. De nadelen van zo’n afspraak zijn bijna altijd groter dan de mogelijke voordelen. Wil de gemeente graag één voorziening voor dagbesteding per wijk? Dan kan ze beter bijvoorbeeld een aanbesteding houden met een opdracht in verschillende percelen.

Nee, dat mag niet. Als de gemeente iets vraagt, betekent dat nog niet dat het is toegestaan. Afstemming van verschillende soorten zorg mag, als de zorg daardoor doelmatiger wordt. Denk bijvoorbeeld aan ketenzorg. Verdeling van cliënten tussen aanbieders die dezelfde diensten aanbieden, mag niet. Concurrerende aanbieders mogen niet onderling afspreken wie welk gebied bedient, ook niet om dubbele voorzieningen te voorkomen. De ene zorgaanbieder mag de andere er ook niet op aanspreken als hij te veel cliënten aantrekt. Dit soort afspraken beperkt de keuzevrijheid van de cliënt.

Ga eerst met de gemeente zelf in gesprek. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente, gecontroleerd door de gemeenteraad, om goede zorg tegen een goede prijs in te kopen. De gemeente moet hiervoor de belangen van de zorgvragers en de belastingbetaler tegen elkaar afwegen. Komt u er niet met de gemeente uit? Benader dan zelfstandig de gemeenteraad, de Geschillencommissie Sociaal Domein of stap naar de civiele rechter.

Nee, dat mag niet. Iedere aanbieder moet zelf beslissen of hij ingaat op het aanbod van de gemeente en hoe hij zijn bezwaren uit. De gemeente moet zelf kunnen bepalen hoe ze hulp en ondersteuning in haar regio organiseert, en wat dat mag kosten. Dat is in het belang van de gemeente en de belastingbetaler.

Voorbeeld

Aanbieders mogen niet samen een kostendekkend tarief afspreken en dit aan de gemeente presenteren. Want de ene aanbieder werkt anders dan de andere. Iedere aanbieder moet zelf beslissen of hij ingaat op het aanbod van de gemeente en hoe hij zijn bezwaren uit. Als aanbieders gezamenlijk bezwaren uiten tegen de keuzes van de gemeente, is er bovendien een groot risico dat zij concurrentiegevoelige informatie uitwisselen. Dat is verboden.

Aanbieders binnen en buiten het sociaal domein maken afspraken met elkaar over doorverwijzing van cliënten. Dat is vaak in het belang van die cliënten en kan er voor zorgen dat zij sneller de juiste zorg, hulp of ondersteuning ontvangen. In de meeste gevallen zijn zulke afspraken toegestaan.

Als het marktaandeel van de verwijzende partij(en) relatief groot is, kunnen afspraken over doorverwijzen mogelijk andere aanbieders uitsluiten. Dan is de afspraak in strijd met de Mededingingswet. Zo kan een exclusieve doorverwijsafspraak van een grote zorgaanbieder tot gevolg hebben dat andere aanbieders elders in de zorgketen in de regio onvoldoende cliënten hebben om nog rendabel te werken. Dan is zo’n afspraak waarschijnlijk niet toegestaan. In het algemeen geldt bovendien dat de de risico’s beperkt zijn als cliënten objectief worden geadviseerd, cliënten zelf kunnen kiezen en de samenwerking niet exclusief van karakter is.

NB De gemeente mag wel kiezen voor exclusieve contracten met aanbieders, bijvoorbeeld met een aanbesteding. Zie ook ons praktijkvoorbeeld nr. 4.

Nee, dat mag niet. Elke zorgaanbieder moet zelfstandig beoordelen of hij inschrijft op een aanbesteding. En of hij de voorwaarden wil accepteren. Doen aanbieders dit samen? Dan overtreden ze de Mededingingswet en beperken zij de keuzemogelijkheden van gemeenten. De prijs die de gemeente betaalt kan hoger uitvallen dan nodig.

Nee, dat mag niet. Deze twee zorgaanbieders beperken zo de concurrentie. Dat kan leiden tot te hoge prijzen en te weinig innovatie. De samenwerking levert dus nadelen op voor cliënt en burger.

Dat mag. Aanbieders mogen samenwerken als ze elk apart niet aan de vraag kunnen voldoen. Of als bijvoorbeeld een aanbieder verstandelijk gehandicapten begeleidt en de andere lichamelijk gehandicapten, terwijl de gemeente voor beide doelgroepen binnen 1 opdracht wil inkopen. Zie ook de Handleiding combinatieovereenkomsten.

Het uitgangpunt is dat aanbieders apart moeten inschrijven als ze het werk zelf kunnen uitvoeren. Een gezamenlijke inschrijving beperkt op zichzelf de keuze voor cliënten en/of de gemeente, maar zij kan ook positieve effecten hebben. Samen kunnen de zorgaanbieders bijvoorbeeld een breder aanbod van hulp bieden. Daar kunnen cliënten van profiteren. De zorgaanbieders moeten kunnen laten zien dat dit voordeel alleen te behalen is met deze vorm van samenwerking. En dat er genoeg concurrentie van andere aanbieders blijft. Voldoen ze aan deze voorwaarden? Dan mogen ze samen inschrijven.

Ja, dat mag. De gemeente mag besluiten zelf activiteiten uit te voeren waarvoor ze eerder commerciële partijen inschakelde. In de Wet Markt en Overheid staat aan welke regels gemeenten zich moeten houden als ze zelf diensten aanbieden.

Een SAS-procedure biedt een aanbestedende dienst meer ruimte om de aanbesteding naar eigen inzicht in te richten. Zie ook de informatie die PIANOo, het expertisecentrum aanbesteden aanbiedt. Kiest de gemeente voor meer dialoog met de markt dan bestaat het risico dat aanbieders concurrentiegevoelige informatie delen. Dit kan leiden tot een overtreding zijn van mededingingswet. Kijk voor meer informatie over het delen van informatie naar de Leidraad delen informatie binnen de kaders van de Mededingingswet van de ACM. Tot slot acht de ACM het van belang dat gemeenten ook in een SAS-procedure de regie over de aanbestedingsprocedure houden en zelf de belangrijke beleidskeuzes maken.

De basisregels hierbij is: u mag alle informatie die noodzakelijk is om aan de opdracht van de gemeente te voldoen delen. Dus bijvoorbeeld hoeveel zorg u kunt leveren voor het voldoen aan de opdracht of op welke manier u onderling de kosten en inkomsten van de opdracht verdeelt Let op dat u bij het uitwisselen van informatie niet verder gaat dan wat noodzakelijk is. Niet álle beschikbare informatie hoeft met alle samenwerkingspartners gedeeld te worden om aan de opdracht voldoen. In sommige gevallen volstaat met een 1-op-1 uitwisseling van informatie. Het is bijvoorbeeld zelden noodzakelijk om uw kostprijzen of winstmarge te delen om aan de opdracht te voldoen. Zie ook de Handleiding Combinatieovereenkomsten van het Ministerie van EZK. Bovenstaande is ook van toepassing op informatie-uitwisseling tussen hoofd- en onderaannemers.

Het delen van concurrentiegevoelige informatie zoals kostprijzen met uitsluitend de gemeente is toegestaan. Dit mag ook na of tijdens een aanbesteding. Kijk voor meer informatie over het delen van informatie naar de Leidraad delen informatie binnen de kaders van de Mededingingswet van de ACM.