Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Casussen Sociaal Domein

De gemeente wil een nieuwe productstructuur voor de maatschappelijke ondersteuning met nieuwe, vaste tarieven. Bij de start van de aanbestedingsprocedure maakt de gemeente de nieuwe tarieven openbaar. De 4 grootste Wmo-aanbieders in de regio maken zich grote zorgen of de nieuwe tarieven voor hen wel haalbaar zijn en houden onderling crisisberaad. Ze spreken af gezamenlijk hun zorgen te uiten richting de gemeente.

Enkele dagen voor afloop van de inschrijftermijn ontvangt de gemeente een aantal sterk gelijkende brieven van de 4 aanbieders. Hierin geven zij aan dat de tarieven te laag zijn om goede maatschappelijke ondersteuning te kunnen leveren. Ze willen niet inschrijven op de aanbesteding onder de gestelde voorwaarden. De gemeente houdt echter vast aan haar plannen. Het conflict loopt hoog op: de 4 aanbieders zoeken gezamenlijk de publiciteit en ze nemen juridische stappen. De kwestie wordt uiteindelijk beëindigd nadat de gemeente de tarieven verhoogt.

Reactie ACM:

Concurrenten mogen geen afspraken maken over of en hoe zij inschrijven op een aanbesteding. Ook een gesprek over de haalbaarheid van tarieven is niet toegestaan. Aanbieders moeten ieder voor zichzelf bepalen of zij voor de gestelde tarieven hun diensten willen leveren. Wanneer een aanbieder van mening is dat ze voor de gehanteerde tarieven niet (voldoende kwaliteit) kan leveren, dient ze dit zelfstandig aan de gemeente te laten weten. De gemeente kan dan, op basis van de verschillende reacties besluiten haar beleid wel of niet aan te passen.

Tip voor aanbieders:

  • Geef eventuele bezwaren zelf tijdig en onderbouwd door aan de gemeente. U mag daarbij concurrentiegevoelige informatie (zoals kostprijzen) één-op-één delen met de gemeente.

Tip voor gemeenten:

De gemeente zegt dat de jeugdhulp in de regio sterk moet veranderen: meer samenwerking tussen disciplines en meer hulp aan huis. Na verkennende gesprekken tussen jeugdhulpbestuurders en wethouders stellen de 3 grote jeugdhulpaanbieders voor om een plan van aanpak te schrijven. Ze gebruiken hun kennis van de jeugdhulp om een nieuwe inrichting van de jeugdhulp in de regio vorm te geven. Hierbij brengen ze eventuele overlap en blinde vlekken in het huidige zorgaanbod in kaart en ze stellen een nieuwe optimale spreiding van voorzieningen voor. Door het plan kan de kwaliteit van de jeugdhulp volgens de aanbieders op hoog niveau blijven, ondanks voorziene krimp van het budget. De gemeente vraagt de ACM of aanbieders een dergelijk plan mogen schrijven.

Reactie ACM:

Wij raden af om de regie van een dergelijk plan over te dragen aan de aanbieders. Dit heeft 2 redenen:

  1. Via deze werkwijze kan er (ook onbedoeld) concurrentiegevoelige informatie worden uitgewisseld tussen concurrerende aanbieders. Dat is verboden.
  2. Het is de vraag of enkele grote aanbieders het beste plan voor uw inwoners weten te maken. Het is aan de gemeente om alle belangen te wegen en met het beste transformatieplan te komen voor haar inwoners.

De Mededingingswet biedt ruimte voor het delen van kennis delen tussen concurrenten binnen een transformatie. Dit kan bijvoorbeeld tijdens een marktconsultatie. Het is van belang dat de aanbieders dan in aanwezigheid van de gemeente overleggen. U kunt dan bijvoorbeeld de huidige totale capaciteit of de verwachte hulpbehoefte in de regio bespreken. Uitwisseling van concurrentiegevoelige informatie tussen concurrenten, bijvoorbeeld over wenselijke werkgebieden (geografisch en inhoudelijk) en kostprijzen, is echter niet toegestaan. Werk daarbij volgens onze Leidraad Uitwisselen van informatie binnen de kaders van de Mededingingswet.

Tip voor aanbieders:

  • U mag concurrentiegevoelige informatie wel één-op-één met de gemeente delen.

Tips voor gemeenten:

  • U kunt ook in een aanbestedingsprocedure nog ruimte voor dialoog met de inschrijvende partijen inbouwen. 
  • Meer aanbieders in een gebied zorgt vaak voor hogere kwaliteit en lagere prijzen. En het geeft uw inwoners de mogelijkheid een aanbieder te kiezen die bij hen past.

Gemeenten willen een transformatie van de jeugdhulp in de regio: van een versnipperd aanbod naar integrale jeugdhulp. De inkooporganisatie van de gemeenten start daarom een inkooptraject met één brede, interdisciplinaire opdracht voor alle hulpvraag van jeugd in de regio. Geen van de regionale aanbieders kan zelfstandig aan zo’n grote opdracht voldoen. Er moet samengewerkt worden. Diverse aanbieders verzamelen zich daarom in groepen. Tijdens het werken aan de offerte rijst onder aanbieders de vraag: mogen wij als concurrenten wel zo intensief samenwerken?  Ook al is het op verzoek van de gemeenten?

Reactie ACM:

Wanneer aanbieders verschillende soorten (niet inwisselbare) hulp aanbieden, zijn zij geen concurrenten. Die mogen met elkaar samenwerken. Partijen die op hetzelfde werkterrein actief zijn en dus met elkaar concurreren, mogen volgens de Mededingingswet alleen onder voorwaarden gezamenlijk een opdracht vervullen. De samenwerking moet bijvoorbeeld noodzakelijk zijn om aan de opdracht te voldoen én mag niet verder gaan dan noodzakelijk. Deze voorwaarden gelden ook als  de gemeente (impliciet) in haar opdracht om samenwerking tussen concurrenten vraagt. U hebt zelf de verantwoordelijkheid om bij een gezamenlijke inschrijving op een aanbesteding aan de voorwaarden te voldoen. Vraag bij twijfel om juridisch advies.

Tip voor aanbieders:

  • Gebruik het stappenplan uit de ‘Handleiding Combinatieovereenkomsten’ voor een zorgvuldige gezamenlijk inschrijving.

Tip voor gemeenten:

  • Laat aanbieders bij aanvang in het inkoopproces weten dat de mededingingsregels van toepassing zijn en dat zij hun eigen verantwoordelijkheid in de naleving hebben.

Een gemeente besluit alle jeugdhulp in haar regio voor de komende drie jaar te gunnen aan een consortium van aanbieders. De gemeente doet dit om de versnippering in de jeugdzorg tegen te gaan en de bestuurbaarheid te vergroten. Bovendien verwacht de gemeente dat op deze wijze de cliënt meer centraal komt te staan. De winnende combinatie bestaat uit 5 grote partijen, die de opdracht gaan vervullen middels onderaannemers. Kleine aanbieders klagen bij ACM dat zij nu “overgeleverd zijn aan een monopolist”. Volgens de gemeente zijn er echter geen kleine aanbieders uit de regio verdwenen.

Reactie ACM:

De gemeente heeft de vrijheid om een opdracht op deze wijze in de markt te zetten. De winnende hoofdaannemers mogen zelf bepalen met welke onderaannemers ze aan de opdracht voldoen. Een dergelijke keuze van de gemeente heeft gevolgen voor het zorgaanbod. De ACM ziet risico’s op de lange termijn wanneer één partij of combinatie alle zorg levert. Ten eerste beperkt het de keuzevrijheid voor cliënten. Dit geeft minder prikkels om te innoveren en de kwaliteit te blijven verbeteren. Ten tweede bestaat de kans dat andere aanbieders (op termijn) de regio verlaten. Hierdoor kan de gemeente bij de volgende aanbesteding in een afhankelijke positie terechtkomen ten opzichte van de zittende partij(en).

Tips voor aanbieders:

  • Ga tijdig in gesprek met de gemeente, ruim voordat de inkoopplannen definitief zijn vastgesteld. Zo kunt u de gemeente wijzen op de risico’s die u ziet.
  • Zorg ervoor dat een gezamenlijke inschrijving op een aanbesteding verloopt volgens de wet. Raadpleeg de ‘Handleiding Combinatieovereenkomsten’.

Tips voor gemeenten:

  • Bedenk hoe u het sociaal domein in uw gemeente wilt vormgeven. Kies vervolgens voor een inkoopmodel waarmee u uw doelen het beste kunt realiseren, zowel op de korte als op de lange termijn.
  • Kiest u voor gunning van alle zorg aan één partij of combinatie? Overweeg dan een deelbudget vat te stellen dat deze partij of combinatie moet uitbesteden aan onderaannemers. Dit kunt u aanvullen met spelregels over de omgang met onderaannemers. Dit zorgt voor een divers hulpaanbod en u biedt uw inwoners meer keuze.

In de provincie lopen wel 6 marktconsultaties tegelijkertijd ter voorbereiding van de inkoop van maatschappelijke ondersteuning door verschillende gemeenten. Een groep aanbieders met een onderling vergelijkbaar profiel trekt hierbij samen op. Ze noemen zich het Maatschappelijk Verbond. Om de werklast van de vele inkoopprocedures in de regio te spreiden, spreken de leden van deze samenwerking af welke aanbieder naar welke marktconsultatie gaat en wat daar ingebracht wordt. Ze spreken en schrijven namens elkaar, omdat ze toch vaak vergelijkbare inbreng hebben. Wanneer een aanstaande aanbesteding ongunstig dreigt uit te pakken voor hen, benadert het Maatschappelijk Verbond eensgezind de betrokken wethouder. Een inkoper van de gemeente vraagt aan de ACM of de aanbieders zich wel zo mogen organiseren.

Reactie ACM:

Aanbieders moeten zelfstandig hun plannen voor inschrijving op aanbestedingen bepalen. Zorgaanbieders moeten daarom ook hun eigen bijdrage leveren aan de consultaties. Partijen kunnen door hun onderling overleg over marktconsultaties strategische plannen op elkaar afstemmen of andere concurrentiegevoelige informatie delen. Denk hierbij aan het delen van gewenste werkterreinen en werkgebieden. Het delen van dat soort informatie met concurrenten is verboden.

De inkopende gemeente krijgt een beter beeld van de (on)mogelijkheden als de aanbieders elk hun eigen inbreng leveren. De gemeente kan dan op basis van de verschillende reacties beslissen over het inkoopbeleid.

Tip voor aanbieders:

  • U mag uw strategische plannen wel één-op-één delen met de gemeente.

Tip voor gemeenten:

  • Een duidelijk aanspreekpunt voor aanbieders binnen de inkooporganisatie is van groot belang. Zorg ook voor een duidelijk mandaat van het college van B&W.