Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Veelgestelde vragen over samenwerking in de langdurige zorg

Ja, dat mag. Het gaat hier om informatie over gebouwen, ruimtes, kamers en bedden in de bestaande situatie. Met dit soort informatie geven aanbieders geen inzicht in elkaars strategische of commerciële positie. Het zorgkantoor kan met deze informatie witte vlekken in de regio vaststellen. Dat is nodig om het aanbod aan te passen aan verwachte ontwikkelingen.

Het wordt anders als de zorgaanbieders hun capaciteit per Zorgzwaartepakket-categorie (ZZP) willen delen. Daarmee geven ze wél inzicht in elkaars strategische en commerciële positie. Zulke informatie mogen ze niet met elkaar uitwisselen, maar alleen één-op-één met de inkopende organisatie (zorgkantoor of gemeente). Die organisatie mag deze informatie wel weer op geaggregeerd niveau met alle zorgaanbieders delen. Bijvoorbeeld om inzicht te geven in de totale beschikbare capaciteit aan ZZP 8 VV in de regio.

Nee, dat mag niet. Ook niet als manier om minder risico’s te lopen met investeringen of om witte vlekken in één keer op te lossen. Volgens de Mededingingswet moeten zorgaanbieders ieder voor zich bepalen welk aanbod zij aan cliënten of zorgkantoor doen en tegen welke voorwaarden. Het zorgkantoor en de gemeenten moeten zorgen dat er genoeg zorgaanbod is op de juiste plekken. Zo hebben de zorgaanbieders een extra prikkel om de gunst van het zorgkantoor en de cliënt te winnen en plannen te maken die in het belang zijn van de cliënt.

Ja, dat mag, als het zorgkantoor de inkoopbeslissingen al heeft genomen (fase 2 in de Leidraad uitwisselen informatie afbouw capaciteit zorg). Met deze informatie kunnen ze schommelingen in capaciteit samen opvangen. Bijvoorbeeld door tijdelijke leegstand bij de een te benutten om opvang tijdens nieuwbouw van de ander mogelijk te maken (fase 3 in de leidraad). Patiënten hebben belang bij een zo soepel mogelijke overgang.

Nee, dat mag niet. Ook niet volgens de Leidraad uitwisselen informatie afbouw capaciteit zorg. Met zulke informatie geven de zorgaanbieders inzicht in elkaars strategische en commerciële positie. Dat schaadt de concurrentie in de zorg.

De Leidraad uitwisselen informatie afbouw capaciteit zorg schrijft niet voor in welke fases een en ander moet verlopen. Het gaat erom dat in de ene fase informatie-uitwisseling tussen concurrenten riskanter is dan in andere fases.

Komen het zorgkantoor en de zorgaanbieders er bijvoorbeeld tijdens inkoopgesprekken in fase 2 achter dat informatie over vraag en aanbod uit fase 1 achterhaald is? Dan mogen ze gerust weer bij elkaar gaan zitten om de nieuwe ontwikkelingen te bespreken en fase 1 dus deels overdoen.

Van belang is dat concurrenten geen informatie met elkaar uitwisselen die inzicht geeft in elkaars onderhandelingsinzet of -resultaat. Zorg er dus voor dat informatie uit fase 2 (inkoopafspraken) niet vermengd raakt met de informatie uit fase 1 (inventarisatie van vraag en aanbod). Dan maakt het niet uit hoe vaak de fases zich herhalen.

Nee, dat mag niet. Zorgaanbieders mogen niet met elkaar uitmaken wie welke capaciteit uit de markt haalt. Want dan bestaat het risico dat bijvoorbeeld behoud van omzet belangrijker wordt dan vernieuwing en verbetering van de zorg.

Het zorgkantoor moet met zijn inkoopbeleid bepalen welke locatie welke zorg mag leveren. Het zorgkantoor beslist volgens de ACM dus ook welke locatie moet worden gesloten en welke niet. Zorgaanbieders mogen hierbij één-op-één adviseren. Maar het is daarvoor niet nodig dat iedereen alle informatie deelt.

Vraagt het zorgkantoor u als zorgaanbieders om (mee) te beslissen over afbouw en ombouw van capaciteit? Bespreek dan met het zorgkantoor wat de risico’s zijn en hoe u het anders kunt aanpakken.