Uitspraken CBb over boete bij overschrijding van de redelijke termijn
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft geoordeeld dat de NMa voor overschrijding in de bestuurlijke fase met 6 maanden 500 euro moet vergoeden. Voor overschrijding in de rechterlijke fase met 1 jaar en 4 maanden, moet de Staat 1500 euro vergoeden.
Op 28 februari 2013 deed het CBb uitspraak over de consequenties die moeten worden verbonden aan de overschrijding van de redelijke termijn naar aanleiding van de bouwzaken Landustrie en Aan de Stegge. Omdat in deze zaken de boetes zijn vervallen, merkt het CBb het beroep op overschrijding van de redelijke termijn aan als een verzoek om schadevergoeding. In niet-punitieve zaken hanteren de hoogste bestuursrechters een vast bedrag van 500 euro per 6 maanden als vergoeding voor de geleden immateriële schade.
Deze uitspraak is onherroepelijk.