Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Besluit op bezwaar ontheffing kartelverbod Stichting Wit- en Bruingoed

Bij besluit van 18 april 2001 is aan de Stichtingen Witgoed en Bruingoed (Stichting Verwerking Elektrische Huishoudelijke Apparaten en de Stichting Verwerking Elektronische Apparaten) ontheffing verleend van het kartelverbod van artikel 6 van de Mededingingswet voor het via verwijderingsbijdragen gefinancierde collectieve systeem van inzameling en verwijdering (en z0veel mogelijk recycling) van afgedankt wit- en bruingoed, waaraan alle Nederlandse producenten en importeurs deelnemen. De ontheffing werd echter geweigerd voor de door de producenten en importeurs aangegane verplichting om de afgedragen verwijderingsbijdragen (in de terminologie van de huidige Wet Milieubeheer: afvalbeheersbijdragen) met afzonderlijke vermelding op de factuur door te berekenen aan de volgende schakels in de distributieketen en uiteindelijk aan de consument. Daarnaast werd de wijze van contracteren (via aanbestedingen) met inzamelende en verwerkende bedrijven niet mededingingsbeperkend geacht, zodat daarvoor geen ontheffing behoefde te worden verleend.

In het besluit op bezwaar wordt ontheffing verleend voor het verwijderingsstelsel inclusief de VZD, maar alleen voor zover de VZD betrekking heeft op de kosten voor verwijdering van de historische voorraad van afgedankte apparaten in de zin van de Richtlijn (de Europese Richtlijn betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur). De geëxternaliseerde verwijderingsbijdrage mag niet hoger zijn dan de reële kosten van verwijdering van de historische voorraad die gemaakt worden gedurende de overgangsperiode die in de Richtlijn is voorzien. De ontheffing wordt gegeven voor de duur van die overgangsperiode, in het algemeen tot 2011, voor een bepaalde categorie (met langere levensduur) tot 2013.

Naast de Stichtingen en de NVMP had Zaanse Schroothandel bezwaar aangetekend tegen het besluit van 18 april 2001. Dit bezwaar strandt op niet-ontvankelijkheid en is derhalve niet inhoudelijk beoordeeld.

 

Bijlagen

Meer in deze zaak