Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

ACM toetst sluiten centrales aan wet

In het Financieele Dagblad van vrijdag 25 oktober schrijft Henk Don een opinie-artikel over het energieakkoord. ‘Private afspraak in Energieakkoord om productiecapaciteit uit markt te nemen beperkt concurrentie’

De opinie van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) over de afspraak om vijf oude kolencentrales vervroegd te sluiten heeft nogal wat reacties losgemaakt. De kritiek concentreert zich op twee punten. Ten eerste had de ACM naar het hele Energieakkoord moeten kijken en niet alleen naar dit onderdeel en ten tweede zijn de (milieu)voordelen veel groter dan waar de ACM rekening mee houdt.

Laat ik voorop stellen dat de toets van de ACM geen brede maatschappelijke kosten-batenanalyse is. Dat betekent dat de ACM geen oordeel geeft over de maatschappelijke wenselijkheid van de beoogde sluiting. Een private afspraak om productiecapaciteit uit de markt te nemen betekent een beperking van de concurrentie. Daarom is bij dat onderdeel in het Energieakkoord het voorbehoud gemaakt van toetsing aan de Mededingingswet. Dat is de toets die de ACM heeft gedaan.

Als ondernemingen hun gedrag onderling afstemmen en daardoor de concurrentie beperken, dan is dat in beginsel een overtreding van het kartelverbod. Als er voldoende voordelen aan de afspraak zijn verbonden, dan kan de wettelijke uitzonderingsbepaling op dat verbod van toepassing zijn. Daarvoor gelden strenge eisen, met name dat de concurrentiebeperking noodzakelijk is om de beoogde voordelen te halen en dat de afnemers dankzij de voordelen gecompenseerd worden voor de nadelen die zij ondervinden van de concurrentiebeperking.

Die strenge eisen moeten voorkomen dat producenten onderling kunnen bepalen wat een maatschappelijk belang is en in naam van dat zelfgekozen belang hun afnemers schade berokkenen door de concurrentie te beperken.

Natuurlijk is de ACM zich ervan bewust dat de afspraak om oude kolencentrales te sluiten een onderdeel is van een groter geheel, dat meerdere maatschappelijke belangen adresseert. Maar de toets aan de Mededingingswet moet gaan over de vraag of de concurrentiebeperking die uit de afspraak voortvloeit objectief noodzakelijk is om de daarmee beoogde voordelen te behalen en of die voordelen voldoende compensatie bieden aan de afnemers die door de concurrentiebeperking een hogere elektriciteitsprijs gaan betalen. De ACM heeft de milieuvoordelen die aan de afnemers ten goede komen in kaart gebracht, en becijfert die op minder dan de helft van de verwachte prijsstijging. Voordelen die aan anderen dan de afnemers ten goede komen kunnen daarin geen rol spelen. Bijvoorbeeld, door de sluiting van de kolencentrales zal er minder vraag zijn naar CO2-emissierechten.

Die rechten dalen dan in prijs waardoor het voor andere (Europese) bedrijven goedkoper wordt om CO2 uit te stoten. Hetzelfde geldt voor voordelen uit het Energieakkoord die ook zonder de beperking van de concurrentie kunnen worden behaald, zoals lagere prijzen van elektriciteit door meer windparken op zee. Dat zijn tegelijk de belangrijkste verschillen met een maatschappelijke kosten-batenanalyse.

Een maatschappelijke toets is ruimer en kan de nadelen voor de afnemers ook gecompenseerd zien door voordelen voor anderen. Dat vergt een politieke beoordeling. Via wet- en regelgeving kan de overheid maatschappelijk wenselijk geachte resultaten bevorderen of afdwingen.

Dat valt buiten het mededingingstoezicht, maar is wel onderworpen aan democratische controle.

Meer weten over samenwerking en duurzaamheid? Ga naar Afspraken tussen bedrijven over duurzaamheid.